CASUÏSTIEK

Een patiënt met een ernstige Plasmodium vivax-infectie

TvI - jaargang 16, nummer 2, april 2021

dr. E.G.A. Karssemeijer , dr. R.J.W. Arts , dr. B. Mulder , dr. A.S.M. Dofferhoff

SAMENVATTING

Malaria tertiana door Plasmodium vivax is de meestvoorkomende vorm van malaria buiten Afrika. Hoewel minder bekend, kunnen infecties met P. vivax – net als infecties met P. falciparum – ernstig verlopen, zelfs na de start van adequate behandeling. Aangezien alleen jonge reticulocyten en hun voorlopers door P. vivax worden geïnfecteerd, gaan P. vivax-infecties niet gepaard met hoge parasitemie in het perifere bloed. De parasitemie in het perifere bloed kan daarom niet worden gebruikt als maat voor de ernst van een P. vivax-infectie.

(TIJDSCHR INFECT 2021;16(2):51-4)

Lees verder

Atraumatische miltruptuur door varicellazosterinfectie

TvI - jaargang 16, nummer 1, februari 2021

drs. K. van den Eerenbeemt , dr. J.C. van den Born , dr. F.G.H. van der Kleij , dr. S. van Assen

SAMENVATTING

Een primo-infectie met varicellazostervirus (VZV) verloopt over het algemeen ongecompliceerd en vindt meestal plaats op de kinderleeftijd. Slechts enkele keren is een atraumatische miltruptuur als complicatie beschreven. Deze casus draait om een 50-jarige, gezonde man van Marokkaanse afkomst. Hij werd opgenomen met atypische pijnklachten en onbegrepen anemie. Op de verpleegafdeling ontwikkelde hij koorts en raakte in een hypovolemische shock. Een CT-scan toonde een miltruptuur. De patiënt werd hiervoor conservatief behandeld. Later ontstonden huidblaasjes waarvoor een VZV-infectie de oorzaak bleek te zijn. Uit aanvullend onderzoek bleken geen andere infectieuze oorzaken. Uiteindelijk trad volledig herstel op. Bij volwassenen verloopt een primo-infectie met VZV vaker gecompliceerd. Bij immigranten ligt het percentage personen dat seronegatief is voor VZV hoger in vergelijking met autochtone Nederlanders, waardoor de kans op een primo-infectie met VZV op latere leeftijd groter is. Een zeldzame complicatie is een atraumatische miltruptuur. Over de keuze voor een conservatieve of operatieve behandeling van een atraumatische miltruptuur die door een infectie wordt veroorzaakt, bestaat geen consensus.

(TIJDSCHR INFECT 2021;16(1):18-21)

Lees verder

Atypische presentatie van een virusinfectie bij een kind: niet alles is SARS-CoV-2

TvI - jaargang 16, nummer 1, februari 2021

drs. N. Rensen , dr. M.A. van Houten , drs. T.E. Peros

SAMENVATTING

Een 16-jarig meisje werd opgenomen wegens dehydratie bij persisterende misselijkheid, braken, diarree en koorts. Bij lichamelijk onderzoek werd een mild gedehydreerde patiënte gezien met een pijnlijke, maar soepele buik en een opvallende tonsillitis. Nader aanvullend onderzoek toonde gestoorde leverwaarden, hematologische afwijkingen, een splenomegalie en een verdikte galblaaswand. Ondanks dat sprake was van adequate circulatie, waren er wel aanwijzingen voor myocarddysfunctie met een verhoogde waarde voor NT-proBNP. Vanwege de ontwikkelingen rondom SARS-CoV-2 bij kinderen werd mede aan de (aan SARS-CoV-2 gerelateerde) diagnose ‘multisystem inflammatory syndrome in children’ gedacht. De PCR voor SARS–CoV-2 en serologisch onderzoek naar SARS-CoV-2 waren beide negatief en er was geen contact geweest met een bevestigde SARS-CoV-2-patiënt. Uiteindelijk waren de resultaten van een PCR en serologisch onderzoek positief voor Epstein-Barr-virus (EBV), wat wees op een actieve EBV-infectie. Deze casus toont het belang aan van een open blik ten tijde van een pandemie, naast kennis van atypische presentaties van een EBV-infectie bij kinderen.

(TIJDSCHR INFECT 2021;16(1):22-6)

Lees verder

Succesvolle behandeling van een chronische infectie met hepatitis E-virus, ondanks resistentie tegen ribavirine

TvI - jaargang 15, nummer 6, december 2020

drs. R.A. Mousset , dr. M.G.A. van Vonderen , dr. L.M. Kampschreur , drs. A. Al Moujahid

SAMENVATTING

Bij een 51-jarige patiënt met gerecidiveerde chronische lymfatische leukemie werd de diagnose acute hepatitis E-virus (HEV)-infectie gesteld. Het virus werd niet spontaan geklaard, waarna een behandeling met ribavirine werd gestart. De HEV-‘viral load’ in plasma werd negatief, maar bleef aantoonbaar in feces. De behandeling met ribavirine werd daarom gecontinueerd tijdens de chemo- en immuuntherapie van de patiënt. Na 8 maanden behandeling was sprake van een klinische HEV-reactivatie. Door middel van ‘sequencing’ werden 2 HEV-RNA-mutaties gevonden (D1384N en G1634R) die geassocieerd zijn met resistentie tegen ribavirine. Een langdurige behandeling met peginterferon-alfa leidde uiteindelijk tot klaring van het virus met ondetecteerbare HEV-‘viral load’ in zowel plasma als feces. Acute HEV-infecties zijn vaak asymptomatisch en genezen spontaan. Bij immuungecompromitteerde patiënten kan een acute infectie ontaarden in een chronische infectie, wat kan leiden tot cirrose en leverfalen. Een bepaling van de HEV-‘viral load’ is in deze patiëntcategorie het aangewezen diagnosticum, vanwege de onbetrouwbaarheid van serologisch onderzoek. Een antivirale behandeling met ribavirine is geïndiceerd indien een verlaging van de dosis immuunsuppressiva niet leidt tot een spontane klaring van HEV. De behandelduur is afhankelijk van de HEV-‘viral load’ in plasma en feces. Recentelijk zijn meerdere mutaties in het HEV-genoom geïdentificeerd die geassocieerd lijken met resistentie tegen ribavirine. Deze casus toont aan dat peginterferon-alfa in deze patiëntcategorie een effectieve behandeling is.
(TIJDSCHR INFECT 2020;15(6):227-31)

Lees verder

Een fulminante pneumonie met een ongewone verwekker

TvI - jaargang 15, nummer 5, oktober 2020

drs. T.P. van der Meer , dr. G.H.J. Wagenvoort , drs. S. Soethoudt , dr. E.R. Heddema , dr. P.H.P. Groeneveld

SAMENVATTING

Pneumonie is een vaak voorkomend ziektebeeld met een grote verscheidenheid aan verwekkers. Deze casus beschrijft een 40-jarige patiënt, die zich op de afdeling Spoedeisende Hulp presenteerde met koorts en kortademigheid. Op een röntgenfoto van de thorax werd een uitgebreide consolidatie in de linkerlongkwabben gezien, waarna de diagnose pneumonie (‘pneumonia severity index’-klasse IV) werd gesteld. Serologisch onderzoek toonde IgA, IgM en IgG aan van Chlamydia sp., waarna een C. psittaci-PCR op serum positief was. In de anamnese was de patiënt echter niet met vogels, maar met zieke cavia’s in aanraking geweest. Op basis van de anamnese werd het uit serum geïsoleerde C. psittaci-DNA verder getypeerd. Deze typering leverde uiteindelijk C. caviae als verwekker op, een nauw verwante Chlamydia sp. Hoewel een diagnose met een andere Chlamydia sp. qua behandeling geen consequenties heeft, is een goede bronopsporing van belang voor eventuele interventiemaatregelen. Daarom is het belangrijk om, naast aanvullend onderzoek, altijd een uitgebreide anamnese af te nemen.
(TIJDSCHR INFECT 2020;15(5):189-93)

Lees verder

Geen antistoffen bij milde klachten bij COVID-19: gezinscasusserie

TvI - jaargang 15, nummer SPECIAL, september 2020

drs. R.P. Zuurbier , dr. B.L. Herpers , dr. M.A. van Houten

SAMENVATTING

De rol van kinderen binnen de COVID-19-pandemie blijft onduidelijk. Dit artikel bespreekt casus van 5 jonge gezinnen, waarvan ten minste 1 gezinslid positief was getest op SARS-CoV-2. Alle gezinsleden hebben een uitgebreid dagboek over hun klachten ingevuld en zijn na infectie op antistoffen getest. Hierbij werd een variërend ziektebeloop gezien met bij kinderen doorgaans mildere en korter durende klachten. Ouders bleken vaker de indexpatiënt, waarbij ook de transmissie vaker naar volwassen gezinsleden plaatsvond. Antistoffen werden vaker gevonden bij volwassenen en bij een ernstiger ziektebeloop, waarbij sprake was van koorts.
(TIJDSCHR INFECT 2020;15(COVID-19-SPECIAL):21-7)

Lees verder

‘Multisystem inflammatory syndrome’ bij kinderen met COVID-19

TvI - jaargang 15, nummer SPECIAL, september 2020

drs. S.L. Wanders , drs. L.H.P.M. Filippini , drs. B.R. Rebel , drs. N. Ketharanathan , dr. S. Kamphuis , drs. J.W. Wieringa

SAMENVATTING

Infecties met SARS-CoV-2 verlopen bij kinderen over het algemeen mild. Dit artikel bespreekt een 11-jarige jongen die zich presenteerde met ‘multisystem inflammatory syndrome’ geassocieerd met COVID-19. Dit is een ernstig inflammatoir ziektebeeld dat gepaard kan gaan met circulatoire, respiratoire en renale insufficiëntie, en overeenkomsten kan vertonen met de ziekte van Kawasaki. Het klinisch beeld, aanvullende diagnostiek en behandeling worden in dit artikel beschreven. Herkenning van het ziektebeeld is van belang om adequate behandeling tijdig in te zetten en de klinische uitkomst te verbeteren.
(TIJDSCHR INFECT 2020;15(COVID-19-SPECIAL):30-6)

Lees verder