TvI - jaargang 12, nummer 2, april 2017
dr. M.T.D. Weiland , dr. P. Kuijer , dr. J.W. Mulder , dr. F.N. Lauw , dr. J.M.M. Otten
Reactivatie van hepatitis B kan voorkomen bij oncologische patiënten die worden blootgesteld aan immunosuppressieve therapie. In dit artikel wordt casuïstiek met deze complicatie beschreven evenals valkuilen en adviezen wat betreft screening, follow-up en behandeling.
(TIJDSCHR INFECT 2017;12(2):46-52)
Lees verderTvI - jaargang 12, nummer 2, april 2017
drs. B. Tomlow , dr. L. Mulder , dr. W.G. Boersma
Sinds 1980 wordt een toename van ernstige invasieve infecties als gevolg van bèta-hemolytische groep-Astreptokokken of wel Streptococcus pyogenes gemeld. Dit ziektebeeld wordt vrijwel altijd thuis opgelopen en presenteert zich met name bij ouderen, kleine kinderen en bij patiënten met een verzwakt immuunsysteem. Een invasieve infectie wordt bewezen geacht indien een bèta-hemolytische groep-A-streptokok wordt geïsoleerd uit een normaal steriele lichaamsruimte zoals in liquor en bij pleuravocht, of uit een nietsteriele lichaamsruimte zoals bij een necrotiserende pneumonie, een toxische shock-achtig syndroom veroorzaakt door streptokokken of in het geval van necrotiserende fasciitis. In het voorliggende artikel beschrijven we een casusserie van drie patiënten met een necrotiserende pneumonie na een invasieve infectie door GAS. Vroege herkenning en behandeling van deze ziekte, met name door middel van externe of endobronchiale drainage, kan onnodige morbiditeit en mortaliteit te voorkomen.
(TIJDSCHR INFECT 2017;12(2):41-5)
Lees verderTvI - jaargang 12, nummer 1, februari 2017
dr. Y. Sloot , dr. A.C. Lettink
Staphylococcus lugdunensis is een virulente grampositieve, coagulasenegatieve stafylokok (CoNS) die zich gedraagt als de Staphylococcus aureus. Complicaties als endocarditis en periannulaire abcesvorming zijn beschreven, met hogere mortaliteitscijfers dan bij andere CoNS. Omdat Staphylococcus lugdunensis tot de commensale huidflora behoort, wordt deze bij bloedkweken vaak als contaminatie gezien. Wij beschrijven een unieke casus, waarin Staphylococcus lugdunensis de verwekker is van intra-abdominale abcesvorming na laparatomie en deze uit zowel de bloed- als de abceskweken werd geïsoleerd.
(TIJDSCHR INFECT 2017;12(1):16-20)
Lees verderTvI - jaargang 11, nummer 6, december 2016
dr. N.E. van der Sligte , dr. D.A. Hesselink , dr. A.A. van der Eijk , prof. dr. R.A. de Man
Een 69-jarige man met reumatoïde artritis, waarvoor behandeling met methotrexaat, werd verwezen met progressieve leverfunctiestoornissen bij een recent gediagnosticeerde acute hepatitis E-virusinfectie. Bij presentatie had de patiënt een acute nierinsufficiëntie die progressief was gedurende de opname en na de opname volledig herstelde. Renale manifestaties bij een acute hepatitis E-virusinfectie zijn hoofdzakelijk beschreven bij patiënten met een orgaantransplantatie (voornamelijk niertransplantatie). Deze casus toont dat een acute hepatitis E-virusinfectie ook bij patiënten zonder een orgaantransplantatie kan leiden tot nierfunctiestoornissen.
(Tijdschr Infect 2016;11(6):205-10)
Lees verderTvI - jaargang 11, nummer 5, oktober 2016
dr. S.E. van Brummelen , dr. M. Burger , dr. M. de Mendonça Melo
Psittacose is een zeldzame zoönose die wordt veroorzaakt door Chlamydophila psittaci. Nog zeldzamer is psittacose tijdens de zwangerschap. Desondanks is dit van groter belang vanwege de aanzienlijke morbiditeit en mortaliteit bij zowel moeder als foetus. Psittacose wordt vaak gemist omdat het ziektebeeld qua symptomen sprekend lijkt op de gewone griep. Daarnaast is het daadwerkelijk vaststellen van de diagnose lastig. Alhier wordt een casus van psittacose tijdens de zwangerschap beschreven met een gunstige afloop voor zowel patiënte als kind door vroege herkenning en behandeling van dit weinig voorkomende ziektebeeld.
(Tijdschr Infect 2016;11(5):175-7)
Lees verderTvI - jaargang 11, nummer 5, oktober 2016
dr. T. Severijns , dr. J.C. van Westreenen
Capnocytophaga canimorsus is een lange, dunne, niet-sporenvormende, traag groeiende gramnegatieve, facultatief anaerobe bacterie en is onderdeel van de orofaryngeale microflora van dieren. Overdracht van dier op mens vindt meestal plaats middels krab- of bijtwonden van honden of katten, maar kan ook geschieden door alleen contact met dieren. Infectie met Capnocythophaga canimorsus heeft een mortaliteit van 31%. Deze hoge mortaliteit is onder andere te verklaren doordat adequate behandeling vaak lang op zich laat wachten aangezien de diagnostiek bemoeilijkt wordt door de trage groei op bloedagar van het micro-organisme. Onderstaande casus benadrukt het belang van een anamnese gericht op dierencontact bij patiënten met sepsis e causa ignota, om zo het diagnostische traject en behandeling te bespoedigen. Bij een eerste vermoeden dient laagdrempelig adequate antibiotische therapie gestart te worden: een β-lactam antibiotica in combinatie met een lactamaseremmer als amoxicilline en clavulaanzuur.
(Tijdschr Infect 2016;11(5):169-74)
Lees verderTvI - jaargang 11, nummer 4, september 2016
dr. M.L. Grijsen , dr. J.E. Zeegelaar , dr. A.A. Hogewoning , prof. dr. H.J.C. de Vries
Importdermatosen komen frequent voor onder immigranten en terugkerende reizigers uit de (sub)tropen en staan in de top drie van meest voorkomende ziekten bij reizigers. Medisch specialisten zullen hier in de praktijk steeds vaker mee te maken krijgen. De meest voorkomende huidziekten zijn larva migrans, insectenbeten, pyoderma, myiasis, tungiasis, cutane leishmaniasis, urticaria, allergische reacties, koorts met huiduitslag, scabiës en oppervlakkige schimmelinfecties. In dit artikel geven wij een overzicht van veel- en minder vaak voorkomende importdermatosen aan de hand van casuïstiek.
(Tijdschr Infect 2016;11(4):130-6)
Lees verder