OVERZICHTSARTIKELEN

Malariavaccins: de huidige stand van zaken

TvI - jaargang 9, nummer 2, april 2014

dr. E.M. Bijker , dr. R.W. Sauerwein

Samenvatting

Een effectief vaccin tegen malaria zou van groot belang zijn voor de bestrijding van deze belangrijke infectieziekte, maar is tot op heden niet beschikbaar. Kandidaat-vaccins tegen specifieke stadia van de levenscyclus van Plasmodium-parasieten bevinden zich in verschillende fasen van klinische ontwikkeling. Veelbelovend zijn de pre-erytrocytaire vaccins, gericht tegen de sporozoieten en/of leverstadia; het subunit-vaccin RTS,S wordt getest in een fase III-studie in Afrika maar biedt vooralsnog dusdanig bescheiden bescherming dat de zoektocht naar effectievere vaccins noodzakelijk blijft. Een alternatief zijn levend verzwakte sporozoieten, die vrijwel volledige bescherming opwekken in het gecontroleerde humane malaria-infectiemodel. Bloedstadium-vaccins zijn gericht tegen aseksuele vormen die de klachten en complicaties veroorzaken, maar deze producten laten tot op heden geen bescherming zien. Transmissieblokkerende vaccins ten slotte zijn gericht tegen de seksuele stadia die verantwoordelijk zijn voor overdracht van de parasiet van mens op mug en daarmee verspreiding in de populatie; klinische ontwikkeling van dit type vaccin staat nog in de kinderschoenen. Concrete uitdagingen voor de nabije toekomst zijn 1) identificatie van nieuwe antigenen voor subunit-vaccins in combinatie met effectieve adjuvantia en 2) optimalisering van de productie en toediening van levend verzwakte sporozoieten. Financiële en politieke prioritering zullen cruciaal zijn voor succesvolle realisatie van een effectief vaccin.

(Tijdschr Infect 2014;9(2):37-42)

Lees verder

Internationale clusters van invasieve meningokokken C-infecties onder mannen die seks hebben met mannen: implicaties voor Nederland?

TvI - jaargang 9, nummer 1, februari 2014

dr. M.A.B. van der Sande , prof. dr. A. Timen , dr. A. van de Ende , dr. W.A.M. Berbers , dr. E.L.M. Op de Coul , dr. L. Mollema , dr. M.J. Knol , P.M. van Beek MSc, dr. F.P. Kroon , U. Davidovich , dr. H.E. de Melker , dr. G. Sonder , dr. J.E.A. van Bergen , dr. R.A. Coutinho

Samenvatting

In het voorjaar van 2013 waren er internationale signalen van een verhoogde incidentie van invasieve infecties met serogroep C-meningokokken onder mannen die seks hebben met mannen in enkele grote steden in Europa (Parijs, Berlijn) en Noord-Amerika. De sterfte bij deze uitbraken was hoog (circa 30%). In deze steden zijn vaccinatieadviezen voor mannen die seks hebben met mannen uitgebracht. Sinds de invoering van het meningokokken C-vaccin in het Rijksvaccinatieprogramma en een grootschalige inhaalvaccinatiecampagne in 2002 voor 1 tot 19-jarigen, blijkt meningokokken groep C slechts sporadisch in Nederland voor te komen. Gezien de hoge vaccinatiegraad is de Nederlandse bevolking tot 30-jarige leeftijd via het Rijksvaccinatieprogramma goed beschermd. Nederlandse mannen die seks hebben met mannen ouder dan 30 jaar die reizen naar steden (Parijs, Berlijn en New York) waar zich recent uitbraken voordeden en waar een lokaal vaccinatieadvies geldt, worden geïnformeerd over de mogelijke risico’s en, indien van toepassing, geadviseerd om zich conform lokaal advies te laten vaccineren tegen meningokokken C.

(Tijdschr Infect 2014;9(1):3-8)

Lees verder

Antibiotica als effectieve behandeling voor chronische lage rugklachten

TvI - jaargang 8, nummer 5, oktober 2013

dr. B.M. Kuipers , dr. J.H. Zwiers , dr. C.C.P. Verheyen

Samenvatting

Recent werd door Albert et al. een studie gepubliceerd in het European Spine Journal waarin wordt geconcludeerd dat het gebruik van antibiotica leidt tot een aanzienlijke klinische verbetering in een geselecteerde groep patiënten met chronisch lage rugklachten.1 De gepresenteerde bevindingen hebben geleid tot veel aandacht in de (inter)nationale media en tot discussie onder medici en wetenschappers.

(Tijdschr Infect 2013;8(5):151-154)

Lees verder

Gunstige resultaten van een klinische fase II-studie: intensievere behandeling van tuberculeuze meningitis met hoge dosis rifampicine en moxifloxacine

TvI - jaargang 8, nummer 4, augustus 2013

dr. R van Crevel , dr. R.E. Aarnoutse

Samenvatting

Intensievere antibiotische behandeling kan de uitkomst van tuberculeuze meningitis mogelijk verbeteren. Wij onderzochten de farmacokinetiek, veiligheid en klinische uitkomst van behandelregimes met hoge dosis rifampicine en moxifloxacine in een ziekenhuis in Indonesië. Zestig tuberculeuze meningitis-patiënten werden gerandomiseerd voor een standaard dosis rifampicine (450 mg, overeenkomend met 10 mg/kg) oraal of hoge dosis (600 mg) intraveneus en in een tweede randomisatie moxifloxacine 400 mg, moxifloxacine 800 mg, of ethambutol 750 mg. Alle patiënten kregen standaard dosis isoniazide (INH), pyrazinamide en dexamethason, en alle doseringen waren éémaal daags. Na twee weken kregen alle patiënten de standaard behandeling. Eindpunten van deze studie waren: farmacokinetiek in bloed en liquor, toxiciteit van de behandeling en overleving. De studie was geregistreerd op www.ClinicalTrials.gov (NCT 01158755). Vrijwel alle patiënten presenteerden zich met ernstige meningitis met focale neurologische verschijnselen en verminderd bewustzijn, en 12% met een hiv co-infectie. Intensievere behandeling leidde tot significant hogere antibioticaconcentraties in liquor en bloed zonder toename in toxiciteit. Na zes maanden was de mortaliteit belangrijk lager onder patiënten behandeld met een hoge dosis rifampicine (gecorrigeerde ‘hazard ratio’ 0•42, 95% CI 0•20–0•91), en dit werd niet verklaard door de hiv-infectie of ernst van ziekte bij presentatie. Deze data tonen aan dat behandeling van tuberculeuze meningitis met een hogere dosis rifampicine intraveneus en een standaard dosis of hoge dosis moxifloxacine gedurende de eerste twee weken veilig is en dat een hoge dosis rifampicine intraveneus de overleving van patiënten met tuberculeuze meningitis kan verbeteren.

(Tijdschr Infect 2013;8(4):116-121)

Lees verder

De nieuwe polyomavirussen en hun klinische relevantie

TvI - jaargang 8, nummer 3, juni 2013

dr. H.F. Wunderink , dr. M.C.W. Feltkamp

Samenvatting

De twee bekendste humane polyomavirussen zijn JC- en BK-polyomavirus, respectievelijk de verwekkers van progressieve multifocale leuko-encefalopathie en polyomavirus-geassocieerde nefropathie en hemorragische cystitis bij immuungecompromitteerde patiënten. Sinds 2007 zijn er maar liefst elf nieuwe humane polyomavirussen geïdentificeerd, waaronder het merkecelpolyomavirus (MC-polyomavirus) dat een causale rol speelt in het ontstaan van merkelcelcarcinomen en het trichodysplasia spinulosa (TS)-geassocieerde polyomavirus, de verwekker van trichodysplasia spinulosa bij immuungecompromitteerde patiënten. Karolinska Institute (KI)- en Washington University (WU)-polyomavirussen spelen mogelijk een rol bij luchtweginfecties. Humaan polyomavirussen 6, 7, 9 en 10, en de Malawi (MW)-, Mexico (MX)- en Saint Louis (STL)-polyomavirussen zijn vooralsnog niet geassocieerd met humane ziekte. In dit overzichtsartikel wordt stil gestaan bij deze recente ontwikkelingen en hun klinische relevantie, waarbij diagnostische en therapeutische overwegingen worden benoemd.

(Tijdschr Infect 2013;8(3):80-87)

Lees verder

Entecavir versus lamivudine als hepatitis B-profylaxe bij patiënten met een hematologische aandoening

TvI - jaargang 8, nummer 3, juni 2013

dr. L. Jansen , dr. J. de Bruijne

Samenvatting

Hepatitis B-virus (HBV-) reactivatie bij patiënten met immunosuppressieve therapie kan leiden tot acute hepatitis en leverfalen. In een retrospectieve studie uit Sydney, Australië, vergelijken Chen et al. de werkzaamheid van entecavir en lamivudine als profylaxe van HBV-reactivatie in patiënten met immunosuppressieve- of chemotherapie bij hematologische aandoeningen. In totaal zijn 40 patiënten met serologische aanwijzingen voor een chronische HBV-infectie (HBV-surface antigeen (HBsAg) positief) of doorgemaakte HBV-infectie (HBsAg-negatief, HBV-core anti-lichaam (anti-HBc) positief) die behandeld werden voor een hematologische aandoening geïncludeerd. Hiervan kreeg 65% entecavir (4 chronische- en 22 doorgemaakte HBV-infecties) en 35% lamivudine (11 chronische- en 3 doorgemaakte HBV-infecties). Eén patiënt met een doorgemaakte HBV-infectie ontwikkelde een HBV-seroreversie, waarschijnlijk vanwege voortijdig staken van entecavir. Een andere patiënt had een reactivatie van HBV, mogelijk gerelateerd aan lamivudineresistentie. Concluderend zijn zowel lamivudine als entecavir effectief als profylaxe tegen HBV-reactivatie. Entecavir heeft de voorkeur bij patiënten met detecteerbaar HBV-DNA.

(Tijdschr Infect 2013;8(3):75-79)

Lees verder

Drug-resistente tuberculose: oude en nieuwe inzichten rond een wereldwijde epidemie

TvI - jaargang 8, nummer 2, april 2013

dr. S. Janssen , prof. dr. M.P. Grobusch

Samenvatting

De epidemie van resistente tuberculose neemt nog altijd toe in belangrijke delen van de wereld en vormt een grote bedreiging voor vele gezondheidszorgsystemen. Ondanks nieuwe ontwikkelingen op het gebied van diagnostiek en behandeling bestaat er een enorme ‘mismatch’ tussen de nieuwe inzichten in de onderzoekslaboratoria en de beschikbare middelen in de dagelijkse praktijk in endemische gebieden. Met het toenemende aantal immigranten uit endemische gebieden in Nederland is dit probleem ook voor de clinicus werkzaam in Nederland relevant. Dit artikel geeft een overzicht van de wereldwijde epidemiologie, de pathogenese van drug-resistentie in tuberculose en de belangrijkste nieuwe inzichten op het gebied van diagnostiek en behandeling.

(Tijdschr Infect 2013;8:44-52)

Lees verder