OVERZICHTSARTIKELEN

De strijd tegen ebola – lering getrokken uit de epidemie in West-Afrika

TvI - jaargang 14, nummer 1, februari 2019

L. Doornekamp , prof. dr. E.C.M. van Gorp , dr. M.P.G. Koopmans

SAMENVATTING

De ebola-epidemie in West-Afrika in 2013–2016 is de grootste die de wereld ooit heeft meegemaakt. Zij leidde tot een toename van beschikbare kennis en middelen die noodzakelijk zijn om ebola-infecties te voorkomen en te bestrijden. Om beter voorbereid te zijn op infectieziektenuitbraken, is de wereldwijde responsstrategie herzien. De Wereldgezondheidsorganisatie richtte de ‘Research & Development blueprint for emerging infections’ op en startte een noodfonds om sneller te kunnen reageren ten tijde van een uitbraak. Daarnaast is de Coalition for Epidemic Preparedness Innovations opgericht om vaccins te ontwikkelen voor infectieziekten op een door de Wereldgezondheidsorganisatie geprioriteerde lijst. Op dit moment zijn meerdere vaccins voor ebola beschikbaar, waaronder rVSV-ZEBOV, dat reeds uitgebreid is ingezet in de respons op de recente ebola-uitbraken in de Democratische Republiek Congo. De respons op de eerste ebola-uitbraak in de Democratische Republiek Congo van vorig jaar was veel adequater vergeleken met de reactie op de epidemie in West-Afrika in 2013–2016. De tijd tot het vaststellen van de oorzaak van de epidemie, internationale respons en implementatie van controlemaatregelen was van veel kortere duur. Op het gebied van surveillance, diagnostiek en het inbedden van de respons op (ebola-) uitbraken in de reguliere gezondheidszorg is echter nog veel werk te verzetten.
(TIJDSCHR INFECT 2019;14(1):11-7)

Lees verder

Infectieziekten, infectiepreventie en Inspectie

TvI - jaargang 13, nummer 6, december 2018

dr. M.F.M. Langelaar , dr. G.R. Westerhof

SAMENVATTING

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) ziet toe op de kwaliteit van zorg. De IGJ doet dit op basis van de wet en de geldende veldnormen. Ook infectieziekten( bestrijding) valt onder het toezicht van de IGJ. In de afgelopen jaren is uitgebreid toezicht gehouden op naleving van de richtlijnen voor infectiepreventie en antibioticabeleid in de ziekenhuizen, verpleeghuizen en privéklinieken. Het toezicht in de ziekenhuizen is positief beoordeeld door het veld, het onderwerp infectiepreventie is hoger op de agenda gekomen. Vervolgtoezicht in de ziekenhuizen zal meer verantwoordelijkheid bij de ziekenhuisbestuurders leggen en zal breder van opzet zijn dan het afgelopen toezicht met een sterke focus op bijzonder resistente micro-organismen. Ten tijde van de grote ebola-uitbraak in West-Afrika toetste de IGJ of de universitaire medische centra en het calamiteitenhospitaal voldoende voorbereid waren. Dit was het geval. Ook de afdelingen infectieziektebestrijding en tuberculosebestrijding van de GGD’en zijn de afgelopen jaren onderzocht. De GGD’en spelen in toenemende mate hun rol als ‘spin in het web’ van de infectieziektebestrijding, waarbij ook antibioticaresistentie een belangrijk thema is geworden. Openbaarmaking van de resultaten van de eigen kwaliteitsmetingen van de GGD’en kan leiden tot minder toezichtlast. Meer en meer wordt duidelijk dat zorg wordt uitgevoerd in ketens. Ketenzorg die gaat van preventie tot therapie en die niet louter de mens betreft, maar ook duidelijk ingebed is in een gezamenlijk ecosysteem van mens en dier (de ‘One Health’-benadering). Goede zorg rond infectieziekten is zorg in de keten van zorginstellingen, met een integrale kijk op de epidemiologie en bestrijding van infectieziekten in de diverse reservoirs.

(TIJDSCHR INFECT 2018;13(6):192-6)

Lees verder

Mycetoom

TvI - jaargang 13, nummer 5, oktober 2018

drs. B. Nyuykonge , drs. W. Lim , prof. A. Fahal , dr. W.W.J. van de Sande

SAMENVATTING

Mycetoom is een verwaarloosde tropische ziekte die gekarakteriseerd wordt door tumorachtige gezwellen op de voet. De ziekte kan door meer dan 60 verschillende bacteriën (actinomycetoom) en schimmels (eumycetoom) veroorzaakt worden. De ziekte komt met name voor in tropische en subtropische landen. De prevalentie is hoog in Mexico, Soedan en Niger. Ook in sommige Europese landen is de ziekte endemisch. De diagnose mycetoom wordt vaak klinisch gesteld. Met behulp van röntgenfoto’s en echoscopie kan de grootte en diepte van de laesie, alsmede de invasie van de botten worden bepaald. De identificatie van de veroorzakende micro-organismen berust op histologisch onderzoek en kweek. Moleculaire identificatie is vaak essentieel in het voorkomen van misidentificaties. Actinomycetoom wordt vaak succesvol behandeld met een combinatie van cotrimoxazol en amikacine. Voor eumycetoom wordt eerst 6 maanden behandeld met een azol-antischimmelmiddel, waarna de laesie wordt weggesneden. Om het terugkeren van de infectie te voorkomen wordt vervolgens nog minimaal 6 maanden nabehandeld met een azol-middel. Helaas zijn de slagingspercentages voor deze therapie erg laag en is amputatie vaak alsnog nodig.

(TIJDSCHR INFECT 2018;13(5):143-50)

Lees verder

Griep: een onvermijdelijk kwaad of een oplosbaar probleem?

TvI - jaargang 13, nummer 4, september 2018

prof. dr. B.A.M. van der Zeijst , prof. dr. J.F. van den Bosch , prof. dr. A.L.W. Huckriede , dr. W. Luytjes , dr. A.C.T.M. Vossen

SAMENVATTING

Gemeten naar de vaccinatiegraad is het draagvlak voor het Nationaal Programma Grieppreventie afgenomen. De sterke variatie in de ernst van de jaarlijkse griep en de matige bescherming door de gebruikte vaccins spelen hierbij waarschijnlijk een rol. Dit artikel gaat in op de wetenschappelijke en logistieke uitdagingen van een goede bescherming tegen griep. Op de lange termijn moeten breed beschermende griepvaccins die meerdere jaren werkzaam zijn hiervoor zorgen. Op de kortere termijn valt er winst te behalen door kleinere vaccinverbeteringen en aanpassingen in de doelgroepen voor vaccinatie.

(TIJDSCHR INFECT 2018;13(4):104-109)

Lees verder

Serratia marcescens op een neonatale intensivecareafdeling: het belang van regionale samenwerking

TvI - jaargang 13, nummer 4, september 2018

drs. K.A. Bergman , dr. M. Lokate , dr. E.J. d’Haens , dr. R.L.J. Winter , dr. S.B. Debast , ir. M.I. van den Bos , dr. J.W.A. Rossen , prof. dr. A.W. Friedrich , dr. L.H. Schölvinck

SAMENVATTING

Late-onset sepsis bij (premature) neonaten kan worden veroorzaakt door Serratia marcescens. Uitbraken worden regelmatig beschreven. In de periode van augustus tot december 2014 veroorzaakte een Serratia marcescens-stam zonder verworven resistentiekenmerken een uitbraak op een neonatale intensivecareafdeling. Door overplaatsing van patiënten vond regionale verspreiding plaats. Dit vormt een risico bij centralisatie van zorg en hoog complexe zorg. Goede communicatie en regionale samenwerking zijn hierbij uit het oogpunt van infectiepreventie onontbeerlijk.

(TIJDSCHR INFECT 2018;13(4):110-114)

Lees verder

Faagtherapie: kunnen virussen ingezet worden als antibacterieel middel?

TvI - jaargang 13, nummer 3, juni 2018

dr. D. de Vos , dr. S. Jennes , dr. G. Verbeken , ir. H. van Raemdonck , dr. T. Rose , dr. M. Merabishvili , dr. I. Vlasveld , dr. J.-P. Pirnay

SAMENVATTING

Faagtherapie, het gebruik van bacteriespecifieke virussen als antibacterieel agens, is aan een comeback toe. Dit komt door de wereldwijde antibioticacrisis, waardoor alledaagse en chirurgiegerelateerde infecties weer dodelijk kunnen zijn. Er is dringend behoefte aan moderne, klinische studies om de effectiviteit van faagtherapie te objectiveren en te optimaliseren. De huidige wetgeving geeft hier echter geen ruimte voor en ook zijn er patentgerelateerde hindernissen. Hierdoor is het opzetten van onderzoek problematisch. Faagtherapie lijkt een wetenschappelijk zinvolle, duurzame en ongevaarlijke behandeling en kan op korte termijn inzetbaar zijn als antibacteriële strategie.

(TIJDSCHR INFECT 2018;13(3):69-75)

Lees verder

Uitbraak van pneumonie bij patiënten zonder bekende risicofactoren in twee aangrenzende ziekenhuizen?

TvI - jaargang 13, nummer 3, juni 2018

drs. M.A.C. Vermunt , dr. J.W. Baars , dr. H.S. Hermanides , dr. P.H.M. Smits , dr. R.R. Jansen , dr. J.W. Mulder

SAMENVATTING

Pneumocystis jirovecii is een bekende veroorzaker van pneumonie bij immuungecompromitteerde patiënten. In verband met een plotselinge stijging van het aantal gevallen van P. jirovecii-pneumonie in 2014 bij patiënten zonder typische risicofactoren in 2 aangrenzende ziekenhuizen werd een analyse verricht naar de oorzaak hiervan. P. jirovecii-pneumonie kan ook voorkomen bij een lymfocytopenie ten gevolge van standaard chemotherapeutische behandeling, langdurig gebruik van corticosteroïden en wordt waarschijnlijk vaker vastgesteld sinds de invoering van de sensitievere PCR-test.

(TIJDSCHR INFECT 2018;13(3):76-82)

Lees verder