TvI - jaargang 17, nummer 1, maart 2022
drs. M.M.P. van den Dorpel , drs. M. Wabbijn , dr. M. van Rijn , dr. A. Dees
Een 46-jarige man werd opgenomen vanwege passagiere koorts en nierfunctiestoornissen. Tijdens de ziekenhuisopname verbeterde dit spontaan. Beeldvormend onderzoek en aanvullend laboratoriumonderzoek toonden geen duidelijke verklaring. Bij controle op de polikliniek bleek uit de ingezette serologie dat het ziektebeeld paste bij een doorgemaakte infectie met Puumalavirus (een hantavirus). De diagnose hantavirusnefropathie werd gesteld. De besmetting en verspreiding van Puumalavirus vindt voornamelijk plaats via knaagdieren, in Nederland de rosse woelmuis, en verloopt door inhalatie van aërosolen, of contact met ontlasting of urine van deze dieren. Waarschijnlijk was de patiënt besmet via zijn werk als hovenier.
(TIJDSCHR INFECT 2022;17(1):17–21)
Lees verderTvI - jaargang 16, nummer 6, december 2021
drs. S. Cooijmans , dr. T. Sprong , dr. M.J.D. Dautzenberg , dr. A.S.M. Dofferhoff
Brucellose is wereldwijd 1 van de meest voorkomende bacteriële zoönosen, met jaarlijks 500.000 nieuwe infecties. In Nederland is de incidentie laag, mede daarom wordt de ziekte vaak niet of laat herkend. Besmetting vindt plaats door inname van geïnfecteerde, ongepasteuriseerde dierlijke voedselproducten, direct contact met geïnfecteerde dieren of via inhalatie van aerosolen. In eerste instantie bestaan de klachten vaak uit koorts, malaise, nachtzweten en artralgieën. Bij late herkenning is er een grotere kans op complicaties, zoals bacteriële endocarditis, meningo-encefalitis, osteomyelitis, nefritis en orchitis. De diagnose kan worden gesteld op basis van kweken of PCR van bloed, beenmerg of abcesinhoud, of door middel van serologie. De behandeling bestaat veelal uit doxycycline met gentamicine of rifampicine. Tijdige herkenning en behandeling van brucellose is van belang om een gecompliceerd beloop te voorkomen.
(TIJDSCHR INFECT 2021;16(6):218–22)
Lees verderTvI - jaargang 16, nummer 6, december 2021
drs. M. Bensink , dr. S.M. Mourad , drs. A.C. Dutman , drs. C. Oliveira dos Santos , dr. P.H.P. Groeneveld
Een 36-jarige, gezonde zwangere presenteerde zich met dyspnoe en sepsis zonder duidelijke focus. Onder verdenking van een COVID-19-infectie werd zij opgenomen in een tertiair centrum. Ondanks behandeling verslechterde het klinisch beeld van de patiënte snel, waarop besloten werd om bij een zwangerschapstermijn van 29+6 weken een sectio te verrichten. PCR-onderzoek op een vaginaal monster toonde een infectie aan met Chlamydia abortus: een bacterie die onder zoogdieren voorkomt en met name miskramen bij schapen en geiten veroorzaakt. De patiënte woonde op een schapenboerderij; de casus speelde zich af tijdens het lammerseizoen. Een sepsis op basis van een C. abortus bij zwangeren kan fulminant verlopen, maar is gelukkig zeldzaam.
(TIJDSCHR INFECT 2021;16(6):223–8)
Lees verderTvI - jaargang 16, nummer 5, oktober 2021
drs. A.M. Jonkers , dr. O. Visser , dr. G.H.J. Wagenvoort , dr. A. Gerrits
Dit artikel beschrijft een 79-jarige man die zich presenteerde met B-symptomen en sterk verdacht was voor een hematologische maligniteit. Een indolent non-Hodgkinlymfoom werd vastgesteld, met tekenen van hemofagocytaire lymfohistiocytose en een reactivering van Epstein-Barrvirus. Een maand later bleek viscerale leishmaniasis, opgelopen in Spanje, de oorzaak voor de B-symptomen te zijn. Viscerale leishmaniasis, veroorzaakt door de Leishmaniaparasiet, komt niet alleen voor in de tropen, maar is ook endemisch rondom de Middellandse Zee. Omdat de symptomen overeenkomstig zijn met bijvoorbeeld hematologische maligniteiten en hemofagocytaire lymfohistiocytose is de diagnose moeilijk te stellen. Na behandeling van de viscerale leishmaniasis trad volledig herstel op.
(TIJDSCHR INFECT 2021;16(5):181-5)
Lees verderTvI - jaargang 16, nummer 4, september 2021
drs. N.J.L.M. Taks , dr. W. H. Bouvy , dr. S.F.T. Thijsen , ing. J.H.J. Reimerink , dr. C.B.E.M. Reusken , drs. C.F.H. Raven
Dit artikel beschrijft een 34-jarige man met klachten van hoofdpijn, koorts, braken en nekpijn in combinatie met een huiduitslag over het hele lichaam. Uit liquoronderzoek bleek een geringe pleiocytose en een licht verhoogd eiwitgehalte. Hierop werd gestart met een antibacteriële en antivirale behandeling voor meningitis. De uitslagen van aanvullend onderzoek naar diverse virale en bacteriologische verwekkers waren negatief, waarop de behandeling werd gestaakt. Omdat in augustus 2020 het westnijlvirus in Nederland lokaal werd geconstateerd, werd het liquorsample van deze man op dit virus onderzocht, met positief resultaat. Vanwege de (mogelijk permanente) aanwezigheid van het westnijlvirus in Nederland illustreert deze casus het belang om bij onverklaarde meningitis of encefalitis in de differentiaaldiagnose rekening te houden met een dergelijke infectie.
(TIJDSCHR INFECT 2021;16(4):133-6)
Lees verderTvI - jaargang 16, nummer 4, september 2021
drs. M.E. Jacobs , dr. W.J.M. Janssen , dr. R.J.A. Diepersloot , dr. I.M.M.J. Wakelkamp
Een infectie met het koepokvirus manifesteert zich bij mensen in veel gevallen als een ulceratieve cutane afwijking, vaak in combinatie met passagère griepachtige verschijnselen. Door een afname van de immuniteit tegen pokkenvirussen wordt het ziektebeeld in de afgelopen jaren steeds vaker bij mensen gezien. Dit artikel beschrijft een casus van een patiënte en haar partner, beiden geïnfecteerd met het koepokvirus na contact met besmette kittens. Tevens was bij de patiënte sprake van een secundaire huidinfectie met Staphylococcus pseudintermedius. In beide casus werd goed gereageerd op de antibioticabehandeling, hoewel persisterende littekenvorming hiermee niet kon worden voorkomen. Dit artikel benadrukt het belang van vroegtijdige herkenning van dit over het algemeen mild verlopende ziektebeeld, om zo eventuele complicaties te voorkomen.
(TIJDSCHR INFECT 2021;16(4):137-40)
Lees verderTvI - jaargang 16, nummer 3, juni 2021
drs. N. Van der Moeren , drs. J.H. van Tuijl , drs. M. Verseput , dr. J.L.A.N. Murk
In het pre-vaccinatietijdperk werd bofencefalitis beschreven bij 0,02–0,5% van de bofinfecties. Tegenwoordig lijkt het in gevaccineerde populaties vrijwel verdwenen. Dit artikel beschrijft een Nederlandse, ongevaccineerde patiënt met een psychotisch beeld dat ontstond na het doormaken van een bofinfectie. Vanwege een passend klinisch beloop met spontaan gunstige evolutie, pleiocytose in de liquor, serologie passend bij een recentelijk doorgemaakte bofinfectie en het ontbreken van een alternatieve aanwijsbare oorzaak, lijkt de zeldzame diagnose van bofencefalitis in deze casus plausibel.
(TIJDSCHR INFECT 2021;16(3):92-5)
Lees verder