Verschillende tactieken infectie-onderdrukking waargenomen bij HIV-patiënten die antiretrovirale therapie staken

november 2021 Kliniek in praktijk Marjolein Haakman-Groot

Afgelopen week werd in Nature Medicine een nieuwe studie gepubliceerd waarin werd gekeken naar tactieken die het immuunsysteem inzet om hiv te controleren. In dit onderzoek van Blazkova et al., vanuit het National Institutes of Health, werden twee casussen van hiv-positieve individuen toegelicht waarbij op verschillende wijze de ziekte werd gecontroleerd.

Sommige hiv-geïnfecteerde mensen kunnen hiv onderdrukken zonder het gebruik van antiretrovirale therapie (ART), terwijl dit bij andere personen niet mogelijk is. Het (tijdelijk) stoppen van ART voor een langere periode is voordelig, aangezien het levenslang innemen van de medicatie tot langetermijnbijwerkingen kan zorgen. De reden waarom sommige patiënten wel succesvol ART kunnen discontinueren en anderen niet, is grotendeels nog onduidelijk.

Hiv drie-vier jaar lang onderdrukt zonder therapie

In deze case-study werd over twee hiv-patiënten gerapporteerd: participant 4 en participant 30. Beide patiënten startten ART-behandeling kort na infectie en continueerden deze behandeling voor een periode van zes jaar. Bij inclusie in de studie van dr. Chun staakten deze deelnemers de behandeling met ART onder medische supervisie. De participanten werden voor 4 of 5 jaar gevolgd met elke 2-3 weken een bezoek. Participant 30 voorkwam plasmaviremie voor bijna 4 jaar waarna het virus sterk opkwam doordat deze participant geïnfecteerd raakte met een andere HIV-stam; een zogenaamde ‘superinfectie’. Participant 4 aan de kant onderdrukte ook de HIV voor bijna 3,5 jaar, waarna hij met een suboptimale ART-dosis startte zonder overleg met het studieteam.

Bij participant 4 werden hoge niveaus van hiv-specifieke CD8+-T-cellen aangetroffen die de virusgeïnfecteerde cellen konden doden. Deze verhoogde aanwezigheid werd niet gezien bij participant 30, wat er op wijst dat bij de patiënten een verschillend mechanisme onderliggend was. Hoewel participant 30 dus een zwakkere CD8+-T-celrespons vertoonde, werd er bij dit individu wel een zeer sterke neutraliserende antilichaamrespons gedetecteerd bij de plotselinge terugkeer van het virus in de follow-up. De onderzoekers suggereren dat dit er op wijst dat deze neutraliserende plasma IgG-antilichamen bij participant 30 zorgden voor de bijna gehele hiv-suppressie, voordat deze deelnemer met een nieuwe hiv-stam werd geïnfecteerd.  

Verschillend mechanismes onderliggend

Samenvattend zagen de onderzoekers dat het mogelijk was voor hiv-geïnfecteerde mensen om jarenlang te stoppen met ART-behandeling, waarbij de infectie bijna geheel onderdrukt blijft. Het mechanisme hierachter kan echter sterk verschillen per patiënt. Ook kan dit effect ongedaan worden gemaakt wanneer de HIV-patiënt geïnfecteerd raakt met een nieuwe virusstam. Meer onderzoek hiernaar kan helpen bij het opstellen van een individueel behandelplan van een hiv-patiënt, waarbij toxiciteit mogelijk kan worden verminderd door behandelpauzes.

Referenties

  1. Blazkova J, Gao F, Honnayakanahalli-Marichannegowda M, et al. Distinct mechanisms of long-term virologic control in two HIV-infected individuals after treatment interruption of anti-retroviral therapy. Nature Medicine 2021.
  2. ScienceDaily. How two people controlled HIV after stopping treatment Different mechanisms suppressed the virus in each person. Gepubliceerd op 28 oktober 2021.