Overstap van DTG/3TC op BIC/FTC/TAF leidt niet tot minder neuropsychiatrische bijwerkingen bij mensen met hiv en pre-existente neuropsychiatrische comorbiditeit

november 2024 HIV Glasgow 2024 Niels Elbert

Mensen met hiv en pre-existente neuropsychiatrische comorbiditeit worden systematisch uitgesloten van deelname aan klinische studies naar dolutegravir/lamivudine. Om meer inzicht te krijgen in de veiligheid van dit combinatiepreparaat bij deze patiëntengroep is de MIND-studie opgezet. Tijdens HIV Glasgow 2024 presenteerde Ignacio Pérez Valero (Hospital Universitario Reina Sofia, Cordoba, Spanje) hiervan de kortetermijnresultaten na 24 weken follow-up.

Therapeutische regimes met dolutegravir (DTG) of – in mindere mate – lamivudine (3TC) kunnen neuropsychiatrische bijwerkingen geven, vooral bij mensen met hiv en neuropsychiatrische comorbiditeit. Eerder hebben de DREAM- en DETOX-studie laten zien dat het switchen van DTG/3TC/abacavir (ABC) naar elvitegravir/cobicistat/emtricitabine/tenofovir alafenamide (EVG/c/FTC/TAF) of darunavir (DRV)/c/FTC/TAF leidt tot verbeteringen in mentaal en emotioneel welbevinden. In de MIND-studie is onderzocht in hoeverre de overstap van DTG/3TC op bictegravir (BIC)/FTC/TAF zinvol is bij mensen met hiv en neuropsychiatrische comorbiditeit.1

Studieopzet

MIND is een gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde studie die is uitgevoerd in meerdere Spaanse ziekenhuizen. Volwassenen met hiv en neuropsychiatrische comorbiditeit die in de afgelopen 3 maanden virologisch onderdrukt waren (hiv-RNA-plasmaconcentratie <50 kopieën/ml) en waren behandeld met DTG/3TC, kwamen in aanmerking voor deelname. Onder neuropsychiatrische comorbiditeit werden de volgende DSM-5-stoornissen gerekend: slaapstoornissen, stemmingsstoornissen, stoornissen in middelengebruik en neurocognitieve stoornissen. Patiënten met een actieve psychose, dementie, manier of zelfmoordgedachten werden uitgesloten van deelname.

Deelnemers werden in een ratio 1:1 gerandomiseerd tussen behandeling met DTG/3TC plus een placebo van BIC/FTC/TAF (DTG/3TC-groep) of behandeling met BIC/FTC/TAF plus een placebo van DTG/3TC (BIC/FTC/TAF-groep). De onderzoekers waren geïnteresseerd in het percentage patiënten bij wie de antiretrovirale therapie moest worden gestopt, de incidentie van neuropsychiatrische bijwerkingen van graad 2-4 en de door de patiënten zelf gerapporteerde veranderingen in stemming (‘Hospital Anxiety and Depression Scale’, HADS), slaap (‘Pittsburgh Sleep Quality Index’, PSQI), hiv-gerelateerde symptomen (‘HIV Symptom Index’, HIV-SI), kwaliteit van leven (‘Medical Outcome Study-HIV Health Survey’, MOS-HIV) en patiënttevredenheid (‘Escala de Satisfacción con el Tratamiento Antirretroviral’, ESTAR) na 24 maanden.

Resultaten

In totaal werden 80 mensen met hiv gerandomiseerd tussen de DTG/3TC-groep (n=39) of de BIC/FTC/TAF-groep (n=41). Na 24 weken waren 5 deelnemers in elke groep (13 vs. 12%) gestopt met hun behandeling. De voornaamste reden om met de behandeling te stoppen was een neuropsychiatrische bijwerking. Neuropsychiatrische bijwerkingen van graad 2-4 traden op bij 7 deelnemers (18%) in de DTG/3TC-groep tegenover 6 deelnemers (15%) in de BIC/FTC/TAF-groep (p=0,688). De meest voorkomende neuropsychiatrische bijwerkingen waren: hoofdpijn (15 vs. 5%), insomnia (8 vs. 7%), angst (5 vs. 15%) en depressie (5 vs. 5%). Suïcidaliteit werd gerapporteerd bij 1 deelnemer (3%) in de DTG/3TC-groep en bij 2 deelnemers (5%) in de BIC/FTC/TAF-groep. Veranderingen in scores van HADS, PSQI, HIV-SI, MOS-HIV en ESTAR na 24 weken verschilden niet statistisch significant tussen de DTG/3TC- en BIC/FTC/TAF-groep, uitgezonderd het percentage patiënten met misselijkheid (23 vs. 4%; p=0,003) en buikpijn (40 vs. 17%; p=0,002) en de concentraties van totaal cholesterol (5,4 vs. -11,1 mg/dl) en LDL-cholesterol (4,2 vs. -13,1 mg/dl).

Conclusie

Uit deze gerandomiseerde studie (MIND) blijkt dat het switchen van DTG/3TC naar BIC/FTC/TAF niet leidt tot minder neuropsychiatrische bijwerkingen bij mensen met hiv en pre-existente neuropsychiatrische comorbiditeit. Verbeteringen in gastro-intestinale verdraagbaarheid en het lipidenprofiel kunnen de overstap echter rechtvaardigen bij mensen met maag-darmklachten of dyslipidemie.

Referentie

  1. Corona Mata, D, et al. Randomised, multicentre, double-blind clinical trial designed to evaluate the safety and convenience of switching from dolutegravir/lamivudine to bictegravir/emtricitabine/ tenofovir alafenamide in people with HIV, good virological control and neuropsychiatric comorbidities: week 24 results from the GESIDA 11920 – MIND study. Gepresenteerd tijdens HIV Glasgow 2024; abstract O43.