Meetbare maar lage viruslast maakt kans op overdracht van HIV vrijwel nihil

september 2023 Wetenschap Willem van Altena

Het succes van een HIV-behandeling wordt voornamelijk beoordeeld aan de hand van de hoeveelheid virus in het lichaam, ook wel de viruslast genoemd. Het streven is om deze viruslast zo laag mogelijk te houden, bij voorkeur bijna ondetecteerbaar, gedurende een zo lang mogelijke periode. Dit heeft positieve gevolgen voor de gezondheid, levensverwachting en vermindert het risico op seksuele overdracht van het virus. Dat zijn de bevindingen van een team onderzoekers onder leiding van Lara Vojnov, PhD, van de Wereldgezondheidsorganisatie WHO die ze onlangs presenteerde aan de International AIDS Society Conference on HIV (IAS).

Recente epidemiologische gegevens laten zien dat een minderheid van HIV-patiënten nog steeds een meetbare viruslast heeft, bijvoorbeeld minder dan 1000 kopieën/ml. Dit is belangrijk, maar betekent niet per se dat de behandeling is mislukt.

U = U

Er wordt veel gedebatteerd over wat een lage viruslast klinisch betekent en welk beleid hierbij gevolgd moet worden. Het risico op seksuele overdracht is onduidelijk, en dit heeft invloed op de boodschappen die worden verspreid. In sommige landen, waaronder de Verenigde Staten, wordt het principe gehanteerd: niet-detecteerbaar = niet-overdraagbaar (U = U). Hierbij wordt aangenomen dat er geen risico is op overdracht als de viruslast lager is dan 200 kopieën/ml. Maar wat als de viruslast tussen 200 en 999 kopieën/ml ligt? Daarover bestaat meer discussie.

Om dit vraagstuk aan te pakken, hebben onderzoekers wereldwijd studies geanalyseerd die tussen 1 januari 2010 en 17 november 2022 zijn gepubliceerd. Deze studies evalueerden de seksuele overdracht van het virus bij serodiscordante koppels (waarbij een partner seropositief is en de ander niet), waarbij de exacte viruslast van de HIV-positieve partner bekend was. Ook werden studies met de boodschap U = U geselecteerd.

Onzekere resultaten

Meer dan 7700 serodiscordante koppels werden in 244 studies onderzocht. Uiteindelijk werden slechts acht studies weerhouden voor analyse. Deze omvatten in totaal 7762 koppels uit 35 landen. De resultaten van deze studies werden als enigszins onzeker beschouwd, met een potentieel risico op vertekening. Drie van deze studies toonden geen overdracht van het HIV-virus aan als de viruslast bij de HIV-positieve partner minder dan 200 kopieën/ml bedroeg. In de overige prospectieve cohortstudies werden 323 gevallen van virusoverdracht geregistreerd, maar geen enkel geval trad op bij patiënten waarbij de viruslast constant laag was en niet meetbaar tijdens antiretrovirale behandeling.

In alle geselecteerde studies werden slechts twee mogelijke gevallen van overdracht waargenomen bij een viruslast lager dan 1000 kopieën/ml. Deze gevallen zijn echter moeilijk te interpreteren vanwege het lange tijdsinterval (respectievelijk 50 en 53 dagen) tussen de veronderstelde datum van overdracht en de laatste meting van de viruslast.

Deze literatuurstudie wijst er sterk op dat het risico van seksuele overdracht van HIV nagenoeg nul is wanneer de viruslast lager is dan 1000 kopieën/ml. Deze bevindingen kunnen helpen bij het beëindigen van het lopende debat en benadrukken het belang van HIV-patiënten om hun behandeling nauwgezet te volgen, met regelmatige controle van de viruslast als essentieel onderdeel.

Referentie

Broyles LN et coll.: The risk of sexual transmission of HIV in individuals with low-level HIV viraemia: a systematic review. Lancet 2023; 402: 464-µdoi.org/10.1016/ S0140-6736(23)00877-2.