Tweedelijns antiretrovirale behandelopties voor kinderen met hiv

augustus 2023 IAS 2023 James Collins
dr. Victor Musiime

Op dit moment zijn er slechts beperkte opties beschikbaar op het gebied van tweedelijns antiretrovirale therapieën (ART) voor kinderen met hiv. De huidige standaard voor tweedelijns ART, lopinavir/ritonavir (LPV/r), moet tweemaal daags worden ingenomen en er is momenteel een gebrek aan gegevens over de werkzaamheid van tenofovir alafenamide (TAF) bij kinderen. Er is daarom behoeft aan meer veilige en effectieve tweedelijns ART-opties voor kinderen. De gerandomiseerde CHAPAS-4-studie beoordeelde de langetermijnresultaten voor kinderen die waren overgestapt van op NNRTI gebaseerde eerstelijns ART naar tweedelijns ART. Tijdens IAS 2023 werden de resultaten na 96 weken follow-up gepresenteerd door dr. Victor Musiime (Makerere University en Joint Clinical Research Centre, Uganda).

Studieopzet

CHAPAS-4 was een gerandomiseerde open-label klinische studie, waarin de langetermijnuitkomsten bij kinderen (3-15 jaar) die startten met een tweedelijns ART werden onderzocht. Geïncludeerde kinderen ondergingen 2 randomisaties. Tijdens de eerste randomisatie werd bepaald of ze een tweedelijns ‘backbone’ met tenofovir alafenamide/emtricitabine (TAF/FTC) of de huidige ‘standard-of-care’ (SOC) abacavir (ABC) of zidovudine (AZT) met lamivudine (3TC) ontvingen. Tijdens de tweede randomisatie werd bepaald welke van deze vier middelen werd ingezet: dolutegravir (DTG), darunavir/ritonavir (DRV/r), atazanavir/ritonavir (ATV/r) of lopinavir/ritonavir (LPV/r). De primaire uitkomstmaat was een virale last <400 kopieën/ml op week 96. De primaire analyse was intention-to-treat. De onderzoekers hypothetiseerden dat TAF/FTC non-inferieur zou zijn aan SOC (10% marge); ATV/r non-inferieur aan LPV/r (12% marge); en DRV/r en DTG superieur aan LPV/r en ATV/r gecombineerd (superioriteitsdrempel p=0,03).

Resultaten

In de studie werden 919 kinderen uit Oeganda, Zambia en Zimbabwe geïncludeerd, waarvan 54% jongens. Bij start van de studie was de mediane leeftijd 10 jaar en de mediane virale last 17.573 kopieën/ml. Onderdrukking van de virale last werd op een hoog niveau bereikt in alle behandelgroepen. Op week 96 bereikten meer kinderen op TAF/FTC versus SOC een virale last van minder dan 400 kopieën/ml (respectievelijk 89,4% versus 83,3%; p=0,04). Op basis van de tweede randomisatie had 92% van de kinderen behandeld met DTG, 88,3% van de kinderen behandeld met DRV/r, 84,3% van de kinderen behandeld met ATV/r en 80,7% van de kinderen behandeld met LPV/r een virale last van minder dan 400 kopieën/ml bereikt. Uit deze resultaten blijkt dat ATV/r niet inferieur was aan LPV/r (p=0,33), en DTG wel superieur was aan LPV/r en ATV/r (p<0,0001). Daarnaast was er een trend voor superioriteit van DRV/r ten opzichte van LPV/r en ATV/r (p=0,04).

Er werden lage en vergelijkbare percentages van graad 3/4-bijwerkingen in alle gerandomiseerde armen (van de eerste randomisatie) gerapporteerd: 13,8% met TAF/FTC en 13,9% met SOC. Op basis van randomisatie 2 werden meer graad 3/4-bijwerkingen – met name hyperbilirubinemie – gerapporteerd voor ATV/r versus LPV/r (respectievelijk 29,9% versus 11,5%; p<0,0001). Verhoogd cholesterol en verhoogd LDL-cholesterol werd vaker waargenomen met LPV/r versus de andere armen (totaal cholesterol: ATV/r versus LPV/r, p<0.001; DRV/r versus LPV/r, p=0.0001; DTG versus LPV/r, p<0.001: LDL-cholesterol: ATV/r versus LPV/r, p=0.04; DRV/r versus LPV/r, p=0.15; DTG versus LPV/r, p<0.001. Er werden geen aanwijzingen gevonden voor overmatige gewichtstoename vanaf de start tot 96 weken met TAF/FTC vergeleken met SOC (respectievelijk 7,0 kg versus 6,2 kg). Met betrekking tot randomisatie 2 was er een significante toename in gewichtstoename in alle armen met uitzondering van LPV/r (5,6 kg met LPV/r; 6,7 kg met ATV/r; 6,7 kg met DRV/r; en 7,2 kg met DTG).

Conclusie

TAF/FTC en DTG bleken virologisch superieur aan de huidige standaard ‘backbone’ en vergelijkbare behandeling met respectievelijk ATV/r en LPV/r. Kinderen die LPV/r kregen, vertoonden de slechtste gewichtstoename en minst gunstige lipidenprofielen. Kindgerichte vaste-dosiscombinaties van TAF/FTC met DTG, DRV/r of ATV/r zouden de toegang tot veilige en effectieve opties voor tweedelijns ART voor deze populatie kunnen vergroten.

Referenties

V. Musiime, A.J. Szubert et al., Increasing second-line antiretroviral therapy options for children with HIV in Africa: week-96 efficacy and safety results of the CHAPAS-4 randomised trial. Gepresenteerd tijdens IAS 2023; abstract 5764.