Tekenbeet kan niet alleen ziekte van Lyme veroorzaken maar ook plotselinge vleesallergie

januari 2023 Medisch Onderzoek Willem van Altena
Close-up Of A Man's Hand Refusing Burger Offered By Person

Het alfa-galsyndroom (ook vleesallergie, mammalian meat allergy (MMA) en alfa-galallergie) is een allergische reactie op het koolhydraat galactose-alfa-1,3-galactose dat voorkomt in rood vlees. De allergische reactie treedt normaliter op vanaf drie tot zes uur na het eten van rood vlees. Een recente studie door wetenschappers van het Center for Disease Control uit de Verenigde Staten heeft nu het verband gelegd tussen het alfa-galsyndroom en tekenbeten. De studie is gepubliceerd in Annals of Allergy, Asthma & Immunology.

De laatste jaren wordt er in de VS steeds vaker melding gemaakt van mensen die geen zoogdiervlees meer kunnen verdragen, en het was al bekend dat dit mogelijk een gevolg van een tekenbeet kan zijn.  Maar er was nog geen goed wetenschappelijk onderbouwd onderzoek gedaan naar de relatie tussen tekenbeten en alfa-galsyndroom.

In een klinische studie werden 82 patiënten (mediane leeftijd 58,5 jaar, 55% vrouwen) gevolgd die met alfa-galsyndroom gediagnosticeerd waren. Als controlegroep fungeerde een cohort van 191 personen (mediane leeftijd 54, 62% vrouw) die in 2019 en 2020 patiënt bij een en dezelfde kliniek waren in de staat North Carolina. De alfa-gal patiënten kwamen ook uit omliggende staten.

Vastgebeten

Aan de hand van vragenlijsten werd duidelijk dat alfa-galpatiënten vaker melding hadden gemaakt dat ze een teek op hun lichaam hadden aangetroffen in het jaar voordat de alfa-galsymptomen opkwamen dan mensen uit de controlegroep. Daarnaast vonden mensen uit de alfa-galgroep vaker teken op hun lichaam en hadden ook vaker last van teken die zich in de huid hadden vastgebeten. Bij 39% van hen was er sprake van 10 gevonden teken in 1 jaar tijd of meer, bij de controlegroep was dat in 17% van de gevallen zo. De alfa-galpatiënten meldden ook vaker dat ze vastgebeten teken aantroffen (48 tegen 9%) en een reactie op de tekenbeet voelden (76 tegen 29%).

Bloedonderzoek bevestigde het beeld. Bij de alfa-galpatiënten werden vaker antilichamen van pathogenen die door de Rickettsia rickettsii en/of Ehrlichia chaffeensis teek worden meegedragen (17% tegen 9%).

De alfa-galpatienten hadden vaker meer open land rondom hun woning dan de mensen uit de controlegroep, of dat nu om landbouwgrond, weilanden, bossen of braakliggende terrein ging. Ze besteedden ook meer tijd in de buitenlucht en spendeerden 17 uur per week of meer in bossen.

Geen symptomen

Bij aanvang van de studie werd bij 98% van de patienten uit de alfa-galgroep inderdaad een positieve test voor alfa-gal sIgE afgenomen, maar in de controlegroep was dat ook 33%. Geen van deze mensen vertoonde echter enige symptomen van alfa-galsyndroom, en wisten vaak ook niet dat zij drager van de aandoening waren. Wel bleek dat bij de mensen uit de controlegroep, die in het voorafgaande jaar een teek op hun lichaam hadden aangetroffen, het risico op een positieve alfa-gal sIgE test vergrootte. Het maakte echter niet uit hoe vaak er teken waren aangetroffen, noch of die teken zich hadden vastgebeten.

De onderzoekers stelden ook vast dat een bepaald type teek die veel in het Zuid-Oosten van de VS voorkomt, de zogeheten ‘lone star tick’ (Amblyomma Americanum), maar alfa-galsyndroom komt ook voor in regio’s waar deze teek niet of nauwelijks voorkomt. De conclusie is dat mensen, zeker in deze contreien, alert moeten zijn op teken en moeten proberen om niet gebeten te worden. Vooral als mensen meer dan eens gebeten worden verhoogt dat het risico op alfa-galsyndroom aanzienlijk. Het advies is dus om insectenwerende sprays te gebruiken (met DEET), jezelf en elkaar op teken te controleren na in de natuur te zijn geweest, en aangetroffen teken meteen weg te halen met een tekenpen of iets dergelijks.

Risicofactoren

De onderzoekers van het CDC willen nu verder aan de weet komen wat de risicofactoren voor het ontwikkelen van het alfa-galsyndroom na een tekenbeet zijn. Mogelijk zijn er erfelijke factoren in het spel, of factoren in de medische omstandigheden van patiënten die maken dat iemand een hevige allergische reactie op zoogdiervlees ontwikkelt.

Schapenteek

In onze contreien wordt alfa-galsyndroom vooral veroorzaakt door de schapenteek. Naast rood vlees is alfa-gal ook aanwezig in het antikankermedicijn Cetuximab en in de infuusvloeistoffen Gelofusine en Haemaccel. Sommige bloedverdunners en kunstmatige hartkleppen van dierlijk weefsel kunnen ook alfa-gal bevatten. Tegen alfa-galsyndroom bestaat geen behandeling, maar soms verdwijnt de allergie mettertijd vanzelf.

Referentie

Kersh GJ, Salzer J, Jones ES, et al. Tick bite as a risk factor for alpha-gal specific IgE antibodies and development of alpha-gal syndrome. Ann Allergy Asthma Immunol. 2022 Nov 26:S1081-1206(22)01963-9. doi: 10.1016/j.anai.2022.11.021. Epub ahead of print. PMID: 36574585.