TvI - jaargang 8, nummer 2, april 2013
dr. A.M. Zonneveld , dr. M.L. Hijmering , dr. J. Vecht , dr. J. Weel
‘La fièvre jaune’ verwijst naar een ziekte die beschreven is door de Franse traumachirurg dr. Larrey, die tijdens de Napoleontische oorlog een ziekte beschreef die later de ziekte van Weil bleek te zijn. Leptospirose is een bacteriële ziekte, die endemisch voorkomt in tropische gebieden. In landen met een gematigd klimaat is leptospirose relatief zeldzaam. Hier wordt met behulp van een casus met een uitzonderlijk beloop de typische klinische verschijnselen van leptospirose beschreven. Daarbij demonstreren we hoe gemakkelijk een klinische blik de ernst van de ziekte kan onderschatten. Een score-systeem, bijvoorbeeld de APACHE, is geschikt om onderschatting van de ernst te voorkomen.
(Tijdschr Infect 2013;8:57-62)
Lees verderTvI - jaargang 8, nummer 1, februari 2013
dr. P.R. van Dijk , dr. J.C. Ham , dr. P. Bloembergen , dr. P.H.P. Groeneveld
Capnocytophaga canimorsus is een Gram-negatieve, staafvormige bacterie die als commensaal voorkomt in de orofarynx van dieren. Zoönosen veroorzaakt door Capnocytophaga canimorsus ontstaan vaak na een bijt- of krabincident. De diagnostiek naar Capnocytophaga canimorsus wordt bemoeilijkt door de trage groei van Capnocytophaga canimorsus in bloedkweken. Bovendien wordt contact met dieren niet altijd vermeld tijdens de anamnese. Recent zagen wij drie patiënten met koorts met koude rillingen en/ of purpura en gewrichtspijnen. Bij patiënt A, een hondenbezitter, bleek na ontslag groei op te treden van Capnocytophaga canimorsus in de bloedkweken. Er was anamnestisch echter geen aandacht besteed aan contact met dieren. Bij patiënt B kwam bij herhaalde anamnese tijdens de opname een hondenbeet aan het licht. Patiënt C maakte een sepsis door, waarbij uit de bloedkweken een langzaam groeiende Gram-negatieve staaf kwam. Pas acht weken na ontslag was de definitieve determinatie bekend en kon de diagnose Capnocytophaga canimorsus sepsis worden gesteld, met als porte d’entrée een door een hondenlik geïnfecteerde schaafwond. De gepresenteerde ziektegeschiedenissen illustreren het belang van een grondige anamnese naar contact met dieren, in welke vorm dan ook. Bovendien moet bij verdenking op een Capnocytophaga canimorsus-infectie dit ook duidelijk worden vermeld op de aanvraag voor de microbiologische kweek vanwege de moeizame groei-eigenschappen van de Capnocytophaga canimorsus. Bij isolatie van een langzaam groeiende Gram-negatieve staaf uit een bloedkweek en verdachte anamnese moet sterk worden overwogen om behandeling voor Capnocytophaga canimorsus in te zetten.
(Tijdschr Infect 2013;8:22-26)
Lees verderTvI - jaargang 7, nummer 6, december 2012
dr. M. van Oijen , dr. A.P. Oranje , dr. B. Naafs , dr. P.A. van Doorn
Deze casus beschrijft een 14-jarige patiënte met een klauwhand die ontstaan is als gevolg van een perifere zenuwbeschadiging na infectie met Mycobacterium leprae. Na het stellen van de diagnose lepra werd een behandeling gestart met dapson, rifampicine, clofazimine en prednison waarna verbetering optrad. Dit artikel bespreekt de belangrijkste klinische kenmerken van lepraneuropathie met de differentiële diagnose en geeft aanbevelingen voor de praktijk.
(Tijdschr Infect 2012;7:209-14)
Lees verderTvI - jaargang 7, nummer 6, december 2012
dr. M.M.C. Lambregts , dr. M.A. Alleman , dr. L.E.S. Bruijnesteijn van Coppenraet , dr. M.F. Boomsma , F.C.P. Moll , dr. P.H.P. Groeneveld
Een 21-jarige Somalische man presenteerde zich met gewichtsverlies, koorts en ascites. De CT-scan toonde lymfadenopathie, verdikt omentum en nodulaire verdikking van het peritoneum. Bij laparoscopie werd een beeld passend bij peritonitis tuberculosa gezien. De Ziehl-Neelsen kleuring en ‘polymerase chain reaction’ voor Mycobacterium tuberculosis waren echter zowel voor ascites als voor weefselbiopten negatief. De patiënt herstelde na tuberculostatica. Enkele weken later werd Mycobacterium tuberculosis gekweekt uit ascites en peritoneumbiopten. Een snelle behandeling is van groot belang voor de prognose van patiënten met peritonitis tuberculosa. Door de aspecifieke symptomen van dit ziektebeeld kan echter vertraging in de diagnostiek optreden. De sensitiviteit van Ziehl-Neelsen is heel laag en ook de ‘polymerase chain reaction’ was in deze casus negatief. Diagnostische laparoscopie dient twee doelen. Ten eerste maakt het karakteristieke laparoscopische beeld in combinatie met de granulomateuze ontsteking een snelle diagnose mogelijk. Ten tweede kan materiaal afgenomen worden voor kweek en resistentiebepaling.
Lees verderTvI - jaargang 7, nummer 5, oktober 2012
dr. K.A.M. van Balkom , dr. F.A.C.M. Castelijns , dr. J.H.T. Tjhie , dr. W.G.A.P.T. Hurkx
Een 13-jarig meisje presenteerde zich met acuut ontstane, zeer pijnlijke, genitale ulcera. Ze was niet seksueel actief en anamnestisch waren er geen redenen om te denken aan een seksueel overdraagbare aandoening als oorzaak. Na aanvullend onderzoek bleken de genitale ulcera te berusten op een primaire epstein-barrvirusinfectie. In deze casus wordt een uitgebreide differentiaaldiagnose van genitale ulcera besproken. Het beeld is bij deze patiënte restloos genezen met een uitsluitend symptomatische behandeling. Een epsteinbarrvirusinfectie als oorzaak van genitale ulcera is, in het bijzonder bij (pre)puberale meisjes, in de internationale literatuur slechts in enkele case reports beschreven.
(Tijdschr Infect 2012;7:168-74)
Lees verderTvI - jaargang 7, nummer 5, oktober 2012
dr. S. Neve , dr. H. Jacobs , dr. T.J. Stoof , dr. A.M. Simoons-Smit , dr. C. Meenken , dr. E.K. Hoebe , dr. M.A. van Agtmael
Er wordt een casus gepresenteerd van een 29-jarige vrouw die onder behandeling met prednisolon voor oculaire myositis, een erythema migrans ontwikkelde. Dit erythema migrans was hoogst waarschijnlijk een opvlamming van een eerder onbehandelde en vanzelf verdwenen erythema migrans. Myositis is een zeldzame manifestatie van de ziekte van Lyme. Ook oculaire myositis is beschreven in relatie tot de ziekte van Lyme. Tot nu toe zijn er slechts vier casus van serologisch bevestigde lyme-geassocieerde orbitale myositis beschreven en enkele casus waar de serologische bevestiging ontbrak. De huidige casus is de eerste waarin de relatie tussen oculaire myositis en Borrelia burgdorferi-infectie niet alleen op basis van het klinisch beeld en serologie (ELISA en Western blot) kan worden gelegd, maar ook met een positieve polymerase kettingreactie (PCR; ‘polymerase chain reaction’) voor Borrelia burgdorferi in de huidafwijking (erythema migrans) die aanwezig was op hetzelfde moment als de oculaire myositis. Waarschijnlijk waren de spirocheten in het lichaam aanwezig vanaf het moment van de eerste onbehandelde erythema migrans tot en met het optreden van de oculaire myositis als uiting van een vroeg gedissemineerde Borrelia-infectie.
(Tijdschr Infect 2012;7:175-80)
Lees verderTvI - jaargang 7, nummer 4, augustus 2012
dr. M.J. van Apeldoorn , dr. J. Veenstra , dr. K.D. Lettinga
Een chronische hepatitis C-infectie geeft vaak geen specifieke ziekteverschijnselen. Naast verhoogde leverenzymen kan een hepatitis C-virusinfectie zich ook presenteren met extrahepatische manifestaties. Een zeldzaam voorbeeld hiervan is de huidaandoening porphyria cutanea tarda. Deze dermatose kenmerkt zich door het onstaan van bullae op aan de zon blootgestelde lichaamsdelen, een slechte wondgenezing met korstvorming en hypertrichosis. In deze casus wordt een 41-jarige vrouw met een porphyria cutanea tarda als eerste uiting van een chronische hepatitis C-infectie beschreven.
(Tijdschr Infect 2012;7:134-9)
Lees verder