Onderzoeken bacteriecultuur helpt bij voorspellen van antibioticaresistentie bij volgende urineweginfectie

mei 2022 Wetenschap Marjolein Haakman-Groot

Een terugkerende urineweginfectie is veelvoorkomend ongemak; uit studies blijkt dat 24-44% van de vrouwen en circa 14% van de mannen een urineweginfectie ontwikkelen in hun volwassen leven, en bij een deel van deze mensen treedt de infectie binnen enkele maanden nogmaals op.1 Wanneer patiënten last hebben van recidiverende urineweginfecties maken zij vaak gebruik van meerdere ronden met antibiotica. Onderzoekster dr. Marissa Valentine-King (Baylor College of Medicine, Houston, VS) bekeek of het mogelijk was om de gevoeligheid voor een volgende antibioticaronde te voorspellen aan de hand een eerder afgenomen bacteriecultuur. Resultaten hiervan werden deze maand gepresenteerd tijdens de Society for Healthcare Epidemiology of America Spring Meeting.2

Mensen die vaker last hebben van een urineweginfectie blijken significant hogere niveaus van antimicrobiële resistentie te vertonen in vergelijking met mensen die eenmaal of heel incidenteel last hebben van een urineweginfectie . Om te voorkomen dat patiënten onnodig met antibiotica worden behandeld, waarvan al voorspeld kan worden dat deze niet gaan aanslaan, is in deze studie gekeken naar voorspellende markers in de bacteriecultuur die wordt afgenomen bij een patiënt met een urineweginfectie. Om dit te onderzoekers zette dr. Valentine-King met collega’s een antibiogram op en evalueerde zij positief voorspellende waarden (‘positive predictive values’, PPV’s), negatief voorspellende waarden (‘negative predictive values’, NPV’s) en de sensitiviteit en specificiteit van het voorspellen van de resistentie en gevoeligheid van een volgende urineweginfectie op een antibioticakuur.

Voorspelling antibioticaresistentie

Dr. Valentine-King bekeek retrospectief de e-dossiers van mensen die twee- of driemaal in de praktijk kwamen met een blaasontsteking, in een tijdsbestek van 6-12 maanden. Tussen november 2016 en januari 2019 werden er 232 patiënten met een recidiverende urineweginfectie gezien die binnen deze criteria pasten. Van deze patiënten waren totaal 310 urineculturen beschikbaar, waarbij er minstens één uropathogeen werd gezien bij 61% van de patiënten (n=189). In twee derde van deze gevallen ging het om Escherichia coli (130/196; 66%). Meer dan 20% van de geïsoleerde E. coli-stammen waren resistent voor 10 van de 18 geanalyseerde antibiotica, waaronder ciprofloxacine (27,9% resistent), nitrofurantoïne (5,5% resistent) en cotrimoxazol (38% resistent).

Resistentie was bij een aantal antibioticatypen goed te voorspellen met een positief voorspellende waarde van 0,86 (95%-BI: 0,6-0,96) met ceftriaxon, 0,84 (95%-BI: 0,63-0,94) met ciprofloxacine en 0,84 (95%-BI: 0,63-0,94) met levofloxacine. Bij andere antibioticatypen werden juist hoge negatief voorspellende waarden gezien; de NPV was het hoogste bij gentamicine met 0,97 (95%-BI: 0,83-1), en ook hoog bij ceftriaxon (0,94; 95%-BI: 0,86-0,98) en cefepim (0,94; 95%-BI: 0,84-0,98). Tevens vonden de onderzoekers NPV’s voor cefuroxim, ciprofloxacine, levofloxacine en nitrofurantoïne die allen groter waren dan 0,83.

Conclusie

Aan de hand van deze resultaten concluderen de onderzoekers dat het onderzoeken van een eerdere bacteriecultuur nuttig kan zijn bij het voorspellen van de effectiviteit van een volgende antibioticabehandeling, mocht de urineweginfectie weer terugkeren. Dit kan een grote toegevoegde waarde hebben, aangezien ook bleek dat een aanzienlijk deel van de bacteriestammen resistent was tegen een groot deel van de antibioticatypen.

Referenties

  1. Healio News. Prior cultures predict antibiotic susceptibility for patients with recurrent UTIs. Gepubliceerd op 17 april 2022.
  2. Valentine-King M, et al. Gepresenteerd tijdens Society for Healthcare Epidemiology of America Spring Meeting 2022;abstract 104.