Articles

Intradermale vaccinaties

TvI - jaargang 17, nummer 5, oktober 2022

M.L.M. Prins MSc, dr. A.H.E. Roukens

SAMENVATTING

Vaccinaties zijn een zeer effectief middel om infectieziekten te voorkomen in tijden van een epidemie of pandemie, en worden met name intramusculair of subcutaan toegediend. Een fractionele vaccindosering, toegediend in de papillaire dermis (intradermaal), kan echter even effectief zijn als een standaard dosering, toegediend in de spier. Dit komt door de ruime aanwezigheid van antigeenpresenterende cellen, zoals dendritische cellen, in de dermis. Deze cellen spelen een belangrijke rol bij het activeren van zowel de aangeboren als het verworven immuunsysteem, waardoor een snellere, effectievere immuunrespons optreedt. Naast de standaardmethode van intradermale vaccinatie (Mantoux- of tuberculine-huidtest), worden steeds meer andere intradermale vaccinatietechnieken ontwikkeld, zoals jet-injectoren en micronaaldpleisters, ook wel ‘arrays’ of ‘patches’ genoemd. Het belangrijkste voordeel van intradermale vaccinatie is het dosisbesparende effect, waardoor meer mensen met dezelfde vaccinvoorraad gevaccineerd kunnen worden. Wel moet de mate van dosisbesparing voor elk vaccin apart worden onderzocht. Daarnaast kan intradermale vaccinatie leiden tot minder systemische bijwerkingen en meer lokale bijwerkingen, hoewel deze over het algemeen mild zijn en vanzelf overgaan.

(TIJDSCHR INFECT 2022;17(5):168–74)

Lees verder

Samenvatting van de Nederlandse richtlijn voor diagnostiek en behandeling van koorts bij neutropene patiënten met kanker

TvI - jaargang 17, nummer 3, juni 2022

drs. J.R. de la Court , dr. A.H.W. Bruns , dr. A.H.E. Roukens , dr. I.O. Baas , drs. K. van Steeg , drs. M.L. Toren-Wielema , dr. M. Tersmette , prof. dr. N.M.A. Blijlevens , dr. R.A.G. Huis in ’t Veld , dr. T.F.W. Wolfs , prof. dr. W.J.E. Tissing , drs. Y. Kyuchukova , dr. J. Heijmans

SAMENVATTING

Recentelijk is de Nederlandse richtlijn voor diagnostiek en behandeling van koorts bij neutropene patiënten met kanker (zowel kinderen als volwassenen) uitgebracht namens de SWAB (https://swab.nl/nl/febriele-neutropenie-algemene-informatie). De tekst is tot stand gekomen door een multidisciplinaire commissie met gemandateerde leden van de NVII, NVvH, NVMO, NVZA, NVMM en NVK. De aanbevelingen zijn gemaakt aan de hand van negen door de richtlijncommissie geformuleerde zoekvragen. Om tot wetenschappelijk onderbouwde aanbevelingen te komen, zijn alle relevante klinische richtlijnen gepubliceerd sinds 2010 als bron gebruikt en aangevuld met systematische analyse van recente (2010–2020) wetenschappelijke literatuur eventueel aangevuld met ervaring-gedreven advies. Bij volwassenen wordt onderscheid gemaakt tussen hoog- en standaardrisico-chemotherapie-geïnduceerde neutropenie op basis van de verwachte neutropenieduur (>7 dagen versus ≤7 dagen). Daar waar mogelijk is onderscheid gemaakt tussen behandeling bij volwassenen en kinderen. De belangrijkste aanbevelingen zijn samengevat in Figuur 1.

(TIJDSCHR INFECT 2022;17(3):103–10)

Lees verder

Gedissemineerde aspergillose bij een behandeling met ibrutinib

TvI - volume 17, nummer 2, april 2022

drs. E.M. van den Bos , dr. L.E.M. Oosten , dr. A.H.E. Roukens

SAMENVATTING

Een schimmelinfectie is een zeldzame, maar ernstige complicatie bij patiënten met hematologische maligniteiten. Bij chronische lymfatische leukemie (CLL) is het risico daarop normaal gesproken relatief laag, maar behandeling met ibrutinib, een Bruton-tyrosinekinaseremmer, blijkt dit risico te verhogen. Dit artikel beschrijft een 65-jarige CLLpatiënte met een auto-immuunhemolytische anemie, een idiopathische trombopenie en een hypogammaglobulinemie. Binnen 2 maanden na de start van een behandeling met ibrutinib en prednison vanwege haar tweede recidief-CLL kreeg zij last van koorts en verwardheid. Dit bleek te berusten op een pulmonale en cerebrale aspergillose. De patiënte werd succesvol behandeld met voriconazol. Het mechanisme waarmee ibrutinib patiënten vatbaar maakt voor schimmelinfecties is nog niet geheel opgehelderd, maar lijkt te berusten op een disfunctie van neutrofiele granulocyten. Ondanks deze potentieel ernstige complicatie is er nog geen duidelijke aanbeveling over het geven van antischimmelprofylaxe. Met name van belang blijven alertheid op opportunistische infecties en het tijdig verrichten van de relevante diagnostiek.

(TIJDSCHR INFECT 2021;17(2):62–7)

Lees verder

VOORWOORD

TvI - jaargang 16, nummer 1, februari 2021

dr. A.H.E. Roukens

Lees verder

VOORWOORD

TvI - jaargang 16, nummer 1, februari 2021

dr. A.H.E. Roukens

Lees verder

VOORWOORD

TvI - jaargang 15, nummer 6, december 2020

dr. A.H.E. Roukens

Lees verder

Samenvatting van de herziene LCI-richtlijn Bartonella henselae-infectie

TvI - jaargang 15, nummer 4, augustus 2020

drs. L. Smid , dr. A.H.E. Roukens

SAMENVATTING

Bartonella henselae is een zoönose die wordt overgedragen via een geïnfecteerde kat door een met vlooienfeces gecontamineerde beet of krab. Na enkele dagen verschijnen lokaal papels, vervolgens vesikels en later crustae. Na 2 weken ontstaat een regionale lymfadenitis die soms kan abcederen. Bij immuuncompetente personen verloopt de infectie over het algemeen als een onschuldige ziekte die gepaard kan gaan met koorts en algehele malaise, maar vanzelf weer overgaat. Bij immuungecompromitteerde patiënten verloopt de infectie meer vasculoproliferatief, met een heterogeen ziektebeeld waarbij angiomen kunnen leiden tot lokale complicaties en sterfte kunnen veroorzaken. Directe diagnostiek met PCR op pus of weefsel is het sensitiefst om de infectie aan te tonen. De behandeling bestaat uit azitromycine 500 mg eenmalig per os, gevolgd door azitromycine 1 dd 250 mg gedurende 4 dagen. Indien sprake is van abcedering is aspiratie of drainage van pus aangewezen ter verlichting en verkorting van de klachten.
(TIJDSCHR INFECT 2020;15(4):153-4)

Lees verder