Nieuw oraal antibioticum even effectief bij gonorroe als standaard combinatietherapie

juni 2025 Farmanieuws Willem van Altena

Een recente fase III-studie toont aan dat het nieuwe orale antibioticum gepotidacin niet onderdoet voor de huidige standaardbehandeling van ongecompliceerde urogenitale gonorroe, bestaande uit ceftriaxon plus azitromycine. De studie, uitgevoerd door dr. Stephanie N. Taylor, hoofdonderzoeker, van het Louisiana State University Health Sciences Center te New Orleans, Verenigde Staten, en gepubliceerd in het tijdschrift The Lancet Infectious Diseases, bevestigt dat gepotidacin een veilig en effectief alternatief biedt voor de bestrijding van deze seksueel overdraagbare aandoening. Dit nieuws is relevant voor professionals in infectieziekten, microbiologie en urologie, en biedt perspectief voor patiënten met resistente of moeilijk te behandelen gonorroe-infecties.

EAGLE-1

In de EAGLE-1-studie (NCT04010539), een open-label, sponsor-blinde, multicenter, niet-inferioriteitsstudie, werden 628 deelnemers van 12 jaar en ouder met een lichaamsgewicht boven 45 kg en verdenking op of bevestigde ongecompliceerde urogenitale gonorroe willekeurig verdeeld over twee groepen. De ene groep kreeg twee orale doses van 3000 mg gepotidacin met 10-12 uur tussentijd, de andere groep ontving 500 mg ceftriaxon intramusculair plus 1 g azitromycine oraal.

Deelnemers werden gestratificeerd naar geslacht, seksuele oriëntatie en leeftijdsgroep. De primaire uitkomstmaat was microbiologische succes, gedefinieerd als eradicatie van Neisseria gonorrhoeae uit het urogenitale gebied bij de follow-up tussen dag 4 en 8, beoordeeld in de microbiologisch intention-to-treat populatie. De non-inferioriteitsmarge was vastgesteld op -10%.

Meer bijwerkingen

Van de 628 deelnemers werden 406 geanalyseerd in de primaire uitkomstpopulatie (202 in de gepotidacin-groep, 204 in de combinatiegroep). De meerderheid was man (92%) en van deze groep identificeerde 71% zich als mannen die seks hebben met mannen (MSM). De microbiologische succespercentages waren 92,6% (95%-BI 88,0–95,8) voor gepotidacin en 91,2% (95%-BI 86,4–94,7) voor ceftriaxon plus azitromycine, met een aangepast verschil van -0,1% (95%-BI -5,6 tot 5,5). Gepotidacin was daarmee non-inferieur aan de combinatiebehandeling. Er was geen aanhoudende bacteriële persistentie in beide groepen. De gepotidacin-groep rapporteerde vaker bijwerkingen, vooral gastro-intestinale klachten, die vrijwel altijd mild tot matig waren. Ernstige of ernstige bijwerkingen kwamen in geen van beide groepen voor.

Klinische betekenis

Gepotidacin, een bactericide triazaacenaphtyleen antibioticum dat bacteriële DNA-replicatie remt, biedt een nieuwe orale behandeloptie voor ongecompliceerde urogenitale gonorroe. Dit is van belang in het licht van toenemende antibioticaresistentie, waarbij alternatieven voor injecteerbare middelen zoals ceftriaxon steeds meer nodig zijn. De inzetbaarheid van een oraal alternatief vergroot de flexibiliteit in de behandeling en kan de therapietrouw bevorderen.

Referentie
Ross JD, Wilson J, Workowski KA, Taylor SN, Lewis DA, Gatsi S, et al. Oral gepotidacin for the treatment of uncomplicated urogenital gonorrhoea (EAGLE-1): a phase 3 randomised, open-label, non-inferiority, multicentre study. Lancet. 2025 May 3;405(10489):1608-1620.