SAMENVATTING

Zeer krachtige en neutraliserende anti-hiv-1-antilichamen (bNAbs) kunnen de schadelijke effecten van een acute hiv-infectie mitigeren en daarmee op lange termijn het klinische beloop gunstig beïnvloeden, middels suppressie van de viremie en door het boosten van de humorale afweer. Nishimura et al. tonen met een apen/humaan hiv-model (SHIV) aan dat vroege behandeling met bNAbs kan leiden tot zeer lage waardes van viremie en langdurige controle van het virus door het induceren van T-celimmuniteit. De groep resusapen die werd behandeld met bNAbs werd vergeleken met een controlegroep van 3 resusapen die geen bNAbs kregen, maar behandeld werden met cART. De resusapen die mucosaal (n=6) of intraveneus (n=7) met SHIVAD8-EO waren geïnfecteerd ontvingen eenmalig een 2 weken durend regime met een combinatie van bNAbs (3BNC117 en 10–1074). De plasmaviremie was ondetecteerbaar gedurende 56 tot 177 dagen, afhankelijk van de bNAb-halfwaardetijd in vivo. Bij 6 van de 13 behandelde resusapen werd de virale ‘load’ ondetecteerbaar na een aanvankelijke virale ‘rebound’; de SHIV-controller-resusapen. Vier andere resusapen hadden gedurende 2 jaar lang behoud van hun CD4+ cellen en een erg lage virale ‘load’. Infusie van een T-celdepleterend anti-CD8β-antilichaam leidde tot een afname van het aantal CD8+ cellen en een snelle terugkeer van de viremie bij de SHIV-controller-resusapen. Daarentegen hadden alle resusapen die gedurende 15 weken werden behandeld met antiretrovirale therapie, gestart 3 dagen na de infectie, een persisterende virale ‘rebound’ na het staken van de therapie. Passieve immunotherapie tijdens een acute SHIV-infectie verschilt derhalve van cART in die zin dat bNAbs in staat zijn een krachtige CD8+ T-celrespons te induceren met langdurige virale suppressie tot gevolg.

(TIJDSCHR INFECT 2018:13(2):34-40)