Articles

Bescherming van de pasgeborene tegen kinkhoest; wat is de optimale strategie?

TvI - jaargang 12, nummer 6, december 2017

N.A.T. van der Maas , dr. W.L.M. Ruijs , dr. N. Rots , dr. H.E. de Melker

SAMENVATTING

Kinkhoest komt wereldwijd nog veel voor. Ondanks een continu hoge vaccinatiegraad is dat ook in Nederland het geval. De kinkhoestvaccinatie binnen het Rijksvaccinatieprogramma wordt aangeboden op 2, 3, 4 en 11 maanden. Op 4-jarige leeftijd volgt nog een herhalingsvaccinatie. Deze serie biedt goede bescherming vanaf ongeveer 6 maanden tot 8–9 jaar. Vooral jonge, nog niet (volledig) gevaccineerde baby’s hebben een hoog risico op kinkhoest en ook op een ernstig beloop en complicaties. In december 2015 heeft de Gezondheidsraad alle mogelijkheden om deze kwetsbare groep beter te beschermen systematisch onderzocht. De Gezondheidsraad concludeerde dat kinkhoestvaccinatie in het derde trimester van de zwangerschap de beste manier is om dit te bereiken. De antistoffen die worden overgedragen van moeder naar kind via de placenta beschermen het kind tot de eigen vaccinaties voldoende effect hebben. Kinkhoestvaccinatie in de zwangerschap wordt wereldwijd, onder andere in Engeland en België, steeds vaker toegepast, met een goede effectiviteit. Tot nu toe zijn er geen ernstige negatieve effecten van de vaccinatie aangetoond. Ondanks het feit dat de maternale antistoffen een remmend effect hebben op de antistofrespons van het kind op de eigen vaccinaties, is er 3 jaar na invoering in Engeland geen daling van de effectiviteit van deze kindervaccinaties gevonden bij kinderen van moeders die tijdens hun zwangerschap gevaccineerd zijn.

(TIJDSCHR INFECT 2017;12(6):196-202)

Lees verder