Articles

Nieuwe strategieën in de strijd tegen schistosomiasis

TvI - jaargang 17, nummer 3, juni 2022

dr. M.C.C. Langenberg , dr. G.J. van Dam , dr. M. Roestenberg , dr. L. van Lieshout

SAMENVATTING

Schistosomiasis zorgt wereldwijd voor een hoge ziektelast. De ziektelast van deze tropische aandoening wordt veroorzaakt door het afzetten van de eitjes door volwassen wormparen. Een deel van de eitjes lopen vast in de organen rond de kleine mesenteriale venen of plexus venosus, waar granulomen zullen vormen. De besmetting vindt plaats door contact met zoet water, op plaatsen waar de tropische slakken zich bevinden die infectieuze cercariae uitscheiden. Praziquantel is het enige geregistreerde geneesmiddel voor de behandeling van schistosomiasis. Momenteel worden enkele vaccins voor de bestrijding van schistosomiasis in (pre)klinische studies getest. Een nieuwe mogelijkheid om vaccins en geneesmiddelen te onderzoeken is een gecontroleerd humaan schistosomiasis-infectiemodel, dat in Nederland is ontwikkeld. Ook de diagnostische ‘point-of-care’-sneltest voor de detectie van het ‘circulating cathodic antigen’ (‘point-of-care circulating cathodic antigen’-test) en een nog gevoeligere ‘lateral flow’-test voor de detectie van het ‘circulating anodic antigen’ (‘up-converting phosphor lateral flow circulating anodic antigen’-test) is ontwikkeld in Nederland. Deze diagnostische testen bieden nieuwe mogelijkheden voor het aantonen van de infectie, wat kan leiden tot betere controlestrategieën. Totdat vaccins of betere medicatie beschikbaar zijn, zal het massaal behandelen van populaties met een hoge infectiegraad in endemische gebieden een belangrijke methode blijven om de infectiegraad te reduceren. Voor reizigers blijft het voorkomen van contact met mogelijk besmet zoet water het belangrijkste advies.

(TIJDSCHR INFECT 2022;17(3):91–6)

Lees verder

Gecontroleerde humane infectiestudies

TvI - jaargang 14, nummer 5, oktober 2019

J.P.R. Koopman , M.A. Hoogerwerf , dr. M. Roestenberg

SAMENVATTING

Gecontroleerde humane infectiestudies, waarbij proefpersonen opzettelijk worden blootgesteld aan een pathogeen, hebben een grote bijdrage geleverd aan de kennis over de preventie, pathogenese en behandeling van infectieziekten. Voor verschillende infectieziekten zijn humane infectiemodellen ontwikkeld, waaronder voor malaria en influenza. Dergelijke studies zijn uitermate geschikt om vaccins of geneesmiddelen veilig en effectief te testen in een relatief kleine groep proefpersonen. Tevens bieden experimentele infectiestudies de unieke kans om de interactie tussen pathogeen en gastheer beter te bestuderen, omdat monsters van voor, tijdens en na infectie achtereenvolgens beschikbaar zijn. Kolonisatiestudies zijn een variatie op infectiemodellen, waarbij wordt gepoogd proefpersonen te koloniseren met een micro-organisme. Hierbij kunnen veranderingen in bijvoorbeeld het microbioom inzicht geven in de complexe micro-omgeving van het gastheeroppervlak. De ethiek van dergelijke studies is wereldwijd een veelbesproken onderwerp vanwege het invasieve karakter van sommige gebruikte micro-organismen en de inclusie van veelal gezonde proefpersonen. De wetenschappelijke kennis die wordt opgedaan bij gecontroleerde infectiestudies moet immers de risico’s voor proefpersonen rechtvaardigen. In Nederland worden in verschillende centra gecontroleerde humane infectiestudies uitgevoerd, onder andere op het gebied van malaria en schistosomiasis. Naar verwachting zullen in de komende jaren steeds meer modellen worden ontwikkeld.

(TIJDSCHR INFECT 2019;14(5):173-9)

Lees verder

De ontwikkeling van malariavaccins

TvI - jaargang 10, nummer 5, oktober 2015

dr. M. Roestenberg

Samenvatting

Een effectief malariavaccin kan een belangrijke bijdrage leveren aan het uitbannen van malaria. Recentelijk werd ’s werelds eerste malariavaccin door de European Medicines Agency (EMA) goedgekeurd voor gebruik in Afrika. Dit vaccin, genaamd RTS,S, vertoonde in fase III-studies een effectiviteit van 30–50% voor klinische malaria. Het is opgebouwd uit het circumsporozoïet-eiwit van het speekselklierstadium (sporozoïet) van de parasiet en biedt bescherming tegen de vroege ontwikkeling van de parasiet in de menselijke lever. Dit in tegenstelling tot vele andere kandidaten die gebruikmaken van bloedstadiumantigenen of antigenen uit de seksuele parasitaire stadia die essentieel zijn voor de overdracht van de parasiet. De ontwikkeling van RTS,S heeft geleid tot de opbouw van een infrastructuur voor klinisch fase III-vaccinonderzoek in Sub-Sahara-Afrika. Het behouden van deze infrastructuur is van belang voor het testen van toekomstige alternatieve of tweedegeneratie-malariavaccins met mogelijk verbeterde effectiviteit. Het klinisch testen van vaccinkandidaten wordt bespoedigd door het gebruik van gecontroleerde malaria-infectiestudies (CHMI). In deze studies worden vrijwilligers gevaccineerd en onder gecontroleerde omstandigheden blootgesteld aan de beten van geïnfecteerde malariamuggen, zodat alleen de beste vaccinkandidaten geselecteerd worden voor grotere veldstudies. Vaccins gericht tegen het sporozoïeten- of leverstadium, met name de levend verzwakte sporozoïetenvaccins, laten de meest veelbelovende effectiviteit zien in CHMI-studies. De ontwikkeling van een effectief malariavaccin kent een aantal problemen. Zo zijn immunologische markers voor bescherming onbekend, waardoor niet gericht gezocht kan worden naar vaccins die de meest optimale immuunrespons opwekken. Daarnaast wordt de ontwikkeling van een effectief vaccin bemoeilijkt door de grote antigene diversiteit van malariaparasieten. De ontwikkeling van een vaccin tegen Plasmodium vivax wordt geremd door het gebrek aan een in-vitrokweek voor deze parasiet. Hoewel de malariavaccinontwikkeling grote vooruitgang boekt, blijft chemoprofylaxe vooralsnog de enige optie om reizigers afdoende te beschermen tegen malaria.

(Tijdschr Infect 2015;10(5):135-43)

Lees verder