Articles

Entecavir versus lamivudine als hepatitis B-profylaxe bij patiënten met een hematologische aandoening

TvI - jaargang 8, nummer 3, juni 2013

dr. L. Jansen , dr. J. de Bruijne

Samenvatting

Hepatitis B-virus (HBV-) reactivatie bij patiënten met immunosuppressieve therapie kan leiden tot acute hepatitis en leverfalen. In een retrospectieve studie uit Sydney, Australië, vergelijken Chen et al. de werkzaamheid van entecavir en lamivudine als profylaxe van HBV-reactivatie in patiënten met immunosuppressieve- of chemotherapie bij hematologische aandoeningen. In totaal zijn 40 patiënten met serologische aanwijzingen voor een chronische HBV-infectie (HBV-surface antigeen (HBsAg) positief) of doorgemaakte HBV-infectie (HBsAg-negatief, HBV-core anti-lichaam (anti-HBc) positief) die behandeld werden voor een hematologische aandoening geïncludeerd. Hiervan kreeg 65% entecavir (4 chronische- en 22 doorgemaakte HBV-infecties) en 35% lamivudine (11 chronische- en 3 doorgemaakte HBV-infecties). Eén patiënt met een doorgemaakte HBV-infectie ontwikkelde een HBV-seroreversie, waarschijnlijk vanwege voortijdig staken van entecavir. Een andere patiënt had een reactivatie van HBV, mogelijk gerelateerd aan lamivudineresistentie. Concluderend zijn zowel lamivudine als entecavir effectief als profylaxe tegen HBV-reactivatie. Entecavir heeft de voorkeur bij patiënten met detecteerbaar HBV-DNA.

(Tijdschr Infect 2013;8(3):75-79)

Lees verder