Afwijkingen in afweersysteem spelen mogelijke rol bij lange nasleep Q-koorts

december 2021 Medisch Onderzoek Willem van Altena
A photo of a group of goats living on a biologic approved goat farm where they have way better conditions than a normal goat farm. Long live nature!

Veel mensen die herstellen van Q-koorts blijken te maken te krijgen met een lange nasleep van restsymptomen. Zo veel zelfs, dat er sprake is van een apart ziektebeeld, het Q-koortsvermoeidheidssyndroom (QVS). Op 8 december promoveerde dr. Ruud Raijmakers aan de Radboud Universiteit in Nijmegen op zijn onderzoek naar de verschillende elementen achter dit syndroom. Speciale aandacht ging uit naar de rol van het centrale zenuwstelsel en cognitieve gedragstherapie als behandeling.

Tweede fase

Q-koorts is een infectieziekte die wordt veroorzaakt door de bacterie Coxiella burnetii. De ziekte wordt vaak door geiten of schapen overgedragen op mensen, voornamelijk in de vorm van een aerosole besmetting via de luchtwegen. In de acute fase na een infectie krijgen ongeveer 40% van de patiënten last van griepachtige verschijnselen, soms gecombineerd met een long- of leverontsteking. Maar na die acute fase ervaart 20% van de patiënten een tweede fase van langdurige symptomen. Dat kan dan ofwel chronische Q-koorts zijn, waarbij de bacterie na besmetting niet uit het lichaam van de patiënt verdwijnt, of QVS. Bij dat syndroom verdwijnt de bacterie wel uit het lichaam, maar houden de vermoeidheidsverschijnselen aan.

Als de vermoeidheidsklachten, spier- en gewrichtspijn, hoofdpijn en andere symptomen langer dan 6 maanden aanhouden en er geen andere oorzaak in het spel is wordt de diagnose QVS gesteld. Waar nog onvoldoende duidelijkheid over bestaat is de vraag waarom de ene Q-koorts patiënt na de acute fase helemaal opknapt, en de ander met QVS achterblijft. Aan Radboudumc bevindt zich het landelijke Q-koorts Expertisecentrum. Daar deed promovendus Ruud Raijmakers de afgelopen jaren onderzoek naar QVS.

Parallellen met CVS

Raijmakers zag al snel parallellen tussen QVS en chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS, ook wel bekend als ME). Bij die aandoening blijkt cognitieve gedragstherapie een effectieve behandeling te zijn. Bij die behandeling draait het om gedachten en gedragingen die vermoeidheidsklachten in stand houden. Toch bleek dat QVS-patiënten minder baat bij cognitieve gedragstherapie hebben dan CVS-patiënten. De gunstige effecten van de behandeling blijken minder lang te duren.

Ook de oorzaak van QVS blijft bron van onderzoek. Raijmakers trof afwijkingen aan in de monocyten, die onderdeel uitmaken van ons afweersysteem. Bij QVS-patienten blijken twee genen die verantwoordelijk zijn voor de productie van essentiële eiwitten minder tot uiting te komen. Die eiwitten spelen een cruciale rol bij de bescherming van cellen, het afremmen van ontsteking, de aansturing van de stofwisseling en herstel na inspanning.

Een theorie dat QVS wordt veroorzaakt door een ontsteking van het centrale zenuwstelsel (neuroinflammatie), zoals onlangs gesuggereerd werd in een Japanse studie kon door Raijmakers niet bevestigd worden. Hij pleit voor vervolgonderzoek naar deze theorie.

Q-koorts in Nederland

In 2007 werden de eerste mensen ziek in het Brabantse dorpje Herpen. In de jaren daarna zouden tienduizenden mensen besmet raken in wat uitgroeide tot de grootste Q-koortsepidemie ter wereld. Tussen de 50.000 en 100.000 Nederlanders, vooral in Noord-Brabant, raakten besmet, duizenden werden ziek en zo’n 95 mensen overleden aan de gevolgen van Q-koorts.

Het Q-koortsvermoeidheidssyndroom (QVS) treft ongeveer 20% van alle mensen die een acute Q-koortsinfectie doormaken. Het voornaamste symptoom ervan zijn langdurige klachten van vermoeidheid, tot meer dan een jaar na de acute fase. De vermoeidheid en andere symptomen, zoals hoofdpijn, hebben een grote impact op de kwaliteit van leven. Een medicinale behandeling voor QVS is er niet: antibiotica hebben geen effect. Cognitieve gedragstherapie leidt wel tot verbetering en zelfs herstel bij een meerderheid van de patiënten. Maar inmiddels is bekend dat de verbetering na het afronden van CGT na een jaar niet meer aanwezig is. Het is nog onduidelijk of aanvullende behandelingen (zogenaamde boostersessies) deze terugval kunnen voorkomen.

Meer informatie

Bezoek de website van Radboud Universiteit over Q-koorts.

Bezoek de webpagina van het RIVM over Q-koorts.

Lees de landelijke behandelrichtlijn voor QVS.